Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 november 2025
Het denkbeeld, dat zij kunnen worden afgeworpen, onverschillig welke kunsten het paard ook uithale, komt nooit bij hen op. Hun criterium van een goed ruiter is: een man, die een ongetemd veulen kan regeeren; die, als zijn paard valt, op zijn eigen voeten neerkomt, of andere van die kunststukken kan verrichten.
Deze man, die als driftig en onstuimig bekend staat, heeft eene zachte en doordringende stem; hij spreekt langzaam en weegt zijne woorden; hij bedekt zijn hartstocht en energie onder een waas van eenvoud, kalmte en rustige zachtmoedigheid, dat een zeer aangenamen indruk maakt, en u bijna doet vergeten dat Prins Nikolaas in lichaamskracht, vlugheid en behendigheid door weinigen overtroffen wordt, en dat hij de eerste ruiter en de eerste schutter van het geheele vorstendom is.
Van dit punt ging hij op weg, trok over de Cordilleras langs passen welke vóor hem door niemand waren betreden, verwoestte de pachterswoningen en dreef het vee naar zijn schuilhoek. Pincheira was een verbazend ruiter, en hij maakte al zijne manschappen even kloek, doordien hij zonder genade elk neerschoot, die aarzelde hem te volgen.
Toen hij bijna een paar uren gereden had, en zijn paard stadwaarts wendde, zag hij in de verte een ruiter aankomen, die insgelijks op Den Haag aanreed. De ruiter, die nu slechts een paar honderd schreden van Alonzo verwijderd was, gaf eensklaps zijn paard de sporen, en verdween ijlings in eene zijlaan.
Het paard dat gevallen was, had zijn rechter schouder ontwricht, maar de ruiter had geen letsel; en mijn zakdoek herstelde ik zoo goed als ik kon; evenwel wou ik zijn sterkte niet meer beproeven in zulke gevaarlijke ondernemingen.
Het klonk als het struikelen van een vermoeid paard over de verbrokkelde steenen. Een oogenblik later verscheen een enkel ruiter, een Navajo, wiens paard bijna niet meer kon loopen. De man scheen gekwetst te zijn, want hij was met bloed bevlekt, doch desniettegenstaande zette hij zijn paard met handen en voeten tot steeds verhoogde krachtsinspanning aan.
Onder de Skipetaren is geen enkele, die van den Profeet afstamt, en ik kan dus geen roover zijn! Maar gij zeidet daareven toch, dat gij een der Skipetaren waart waarvoor men ons heeft gewaarschuwd. Dat zijn we, maar dat we Skipetaren zijn, is een grove leugen! Waar is dan de ruiter die op het paard hoort? Dat ben ik.
Werp uw hoeven in de hoogte en gooi hem tegen een rots, en kom dan met mij mee!" Bij deze woorden schudde het paard van den drakenkoning den kop, kromde den rug en sloeg de hoeven zoo verwoed omhoog, dat zijn ruiter tegen een rots werd geworpen en dood liggen bleef. Toen het dit zag, stond het paard van den prins stil. Zijn broeder kwam aandraven en daar steeg de koningin toen op.
Zoo zijt gij schoon, ganschelijk in de panne en in het goud, lijk eene zon op de sneeuw! Brengt gij de zevenhonderd karolussen? Zult gij nog schreeuwen lijk de nachtuil? De hoogbaljuw deed den troep edellieden stilstaan en de bleeke ruiter sprak: Wat wil die schooister van mij?
"Hij is vroeger, op de baan zijnde, zoo ongelukkig van zijn paard gevallen, dat men hem voor dood heeft opgeraapt. De wonde van zijn hoofd genas, maar zijn verstand bleef verloren. Nu draaft hij over en weder van Kevermont naar Gheel en van Gheel naar Kevermont. Hij is anders een goed ruiter.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek