Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 november 2025


Hoewel ik niet zeer verliefd was op die al te toeschietelijke weduwe, liet ik haar weten, dat ik komen zou. Ik ging in het Prado wandelen tot het uur van onze samenkomst. Ik was nog niet op de plaats, toen een ruiter, die op een mooi paard reed, plotseling op den grond sprong, op mij toeliep en op korten toon zeide: "Mijnheer, zijt gij niet de zoon van baron von Steinbach?" "Ja," antwoordde ik.

Het bovenkleed van dezen ruiter was, wat de snede betreft, gelijk aan dat van zijn reisgezel: een lange kloostermantel; maar de scharlaken kleur toonde, dat hij niet tot een der vier gewone monnikenorden behoorde. Op den rechter schouder van den mantel was een kruis van bijzonderen vorm met wit laken geborduurd.

En het zou ook niet kunnen, indien het paard, dat zonder den ruiter aan zijn lot is overgelaten, voor eigen veiligheid niet spoedig leerde den lazo strak te houden; zoodat, als de koe of os naar voren stuift, het paard zich even schielijk voortbeweegt; anders staat het onbeweeglijk naar één kant geleund.

Toen de kerkgangers een ruiter in volle wapenrusting bespeurden, stonden zij stil en de hertog riep uit: "Wie zijt gij, Heer, dat gij op een dag als dezen met wapenen in de hand, als voor den strijd gereed, door het land trekt? Weet gij dan niet, dat het heden de Goede Vrijdag is, die voor alle Christenen een dag van heilige herdenking zijn moet, omdat Christus op dien dag voor hen gestorven is?"

Cataonia, Kataonia, Z.O. gedeelte van Cappadocia, met verscheidene bergvestingen, zeer vruchtbaar. Cataphractus, kataphraktos, ruiter, wiens lichaam en paard met een schubbenpantser bedekt waren. Catapulta, katapeltes, soort van geschut waarmede men zware werpspiezen en steenen slingerde.

Hij, die deze woorden uitte, was dezelfde boerenknaap, die als postiljon de koets gemend had en bij Reenen te huis behoorde: hij stond in den geheelen omtrek in slechten reuk, wegens gepleegde strooperijen en boevenstukken; doch omdat hij een vrij goed ruiter was, werd hij wel eens door den boerenstalmeester als postiljon aan reizenden medegegeven.

Zouden dat werkelijk de eenige schepselen zijn, die zich hier lieten zien? Neen, want juist op dat oogenblik, deed zich het luide snuiven van een paard hooren, en van achter een der golvende berghoogten kwam een ruiter te voorschijn, en wel een zeer zonderling toegerust ruiter.

"Zijt gij waarlijk Feiko?" zeide de vreemdeling, terwijl hij meteen een kus drukte op de blozende wangen van het kind: "nu, wees dan zonder zorg; en wees verzekerd, dat ik zoo goed rijde als de Cistenser monnik, die eens in uw gezelschap Utrecht verliet." "Wat duivel!" zeide Feiko, den ruiter stijf aanziende: "een Cistenser monnik!.... ja waarlijk!.... zoo mijn oude oogen mij niet bedriegen....?"

Breng dus, zoo sprak hij, met mijnen zegen, die zevenhonderd karolusgulden aan Klaas, mijnen broeder en zeg hem dat hij goed leve en het heil zijner ziel gedenke. Ja, sprak de ruiter, want 't is tijd: God geeft een ieder naar zijne werken en handelt met een iegelijk volgens de verdiensten zijns levens.

Als de Roodhuiden te paard door een streek trokken, waren er doorgaans zooveel bijeen, dat zij stellig zulk een pad niet zouden opzoeken waar niets te ontdekken viel, en waar de dichtheid van het woud de vrije beweging zeer belemmerde. Er waren op dit pad slechts weinige plaatsen, waar een ruiter met zijn paard zou hebben kunnen keeren.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek