Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


En nu richt ik mij ten slotte tot de mannen: mijnheeren, maakt veroveringen! Rooft elkander, zonder gewetensbezwaar, uw minnaressen. Chassez-croisez! In liefde-zaken zijn er geen vrienden. Overal waar een schoone vrouw is, is 't openbare strijd. Geen genade, een strijd op leven en dood! Een schoone vrouw is een casus belli; een schoone vrouw is een openbaar misdrijf.

Spillen zie 'k, en spanen, dragen; splenters, uit uw hoofdgewaai; takken uit uw' toppen zagen, kerven af uw' teenen taai! Elk komt uit en wondt en snijdt u: raapt en rooft, met volle hand; nu dat, omme en verre en wijd, uw hooge kroone ligt in 't zand. Vijandschap, aan alle zijden, woedt om uwe ellendigheid: heeft u ooit, in vroeger tijden, vrede en vriendschap één ontzeid?

In de hutten der Lappen richt hij dikwijls belangrijke verwoestingen aan. Hij baant zich met de klauwen een weg door de deur of het dak, en rooft vleesch, gedroogde visch, kaas en dergelijke voedingsmiddelen, verscheurt bovendien de dierenhuiden, die hier bewaard worden, en vreet ze zelfs gedeeltelijk op, als hij zeer hongerig is.

Gij, ga nu heen, en laat die stukken liggen; Zocht gij ze weer bijeen, het zou mij erg'ren. Zij houdt zich boos; maar 't deed haar innig goed, Als zulk een brief haar nog eens erg'ren kwam. JULIA. Neen, kwam nog maar die zelfde brief mij erg'ren! Haathanden, gij! die liefdewoorden stukrijt! Den zoeten honig rooft gij, booze wespen, En steekt de bijen, die hem leev'ren, dood!

Zoo lang zij dacht, dat haar mijn heer beminde, Was zij, zoo meen ik, even schoon als gij; Maar sinds zij niet meer in den spiegel ziet, En 't masker, dat de zonne weerde, wegwierp, Verkleurt de lucht de rozen van haar wangen, En rooft aan haar gelaat zijn lelieblank; En werd zij even bruin, als ik het ben. SILVIA. Hoe groot was zij? 162

In steden en dorpen, die dicht bij het bosch liggen, bezoekt de Luipaard maar al te vaak de huizen, rooft hier voor de oogen van de bewoners het een of ander dier, en sleept het weg, zonder zich aan het geschreeuw der menschen te storen, of zich zijn prooi te laten ontrukken. Ieder huisdier is hem welkom, en niet het minst de Honden, ofschoon deze zich duchtig te weer stellen.

TITANIA. Komt, nu een ronddans en een elfenzang; Dan weg voor 't derde deel van een minuut; Gij, doodt den worm in knoppen van de roos; Gij, rooft het vleugelvlies der vledermuis, Tot rokjes voor mijn elfjes; gij, verdrijft Den uil, die krijschend zijn verbazing uit, Als hij ons doen bespiedt. Zingt nu me in slaap; Gaat dan uw diensten doen en laat me in rust.

M. A. De hoorstel rooft de byen, sy eet den honigh, de wespelen plaegen de byen veel, daerom zoekt haer nesten en verstoort haer, verplettert en verbrant haer jongen en raeten, want woorden sy niet gestoort, sy maeken jongen door den geheelen somer, soodat daernaer geheele swaermen van desen schadelyke gedirten syn. D. Vr. Syn de spinnen ock vyanden der byen?

Integendeel, zijn gelaat stond hoogst ernstig, toen hij de beide jongelieden aanzag. »Luistert!" zei hij. »Wij beleven een tijd van beroerten, die maakt, dat wij heden niet weten, of morgen niet reeds de vijand onze woning binnenvalt en alles rooft en plundert, wat hij krijgen kan.

Daar zij behendig en met groot gemak klimt, begeeft zij zich bijzonder graag langs de slingerplanten, die de boomstammen omstrengelen, op en af; zij doorzoekt de boomkronen en verslindt alle kleine dieren, die zij daar vindt. Behalve voor de op boomen nestelende Vogels is zij ook gevaarlijk voor wilde en tamme Hoenderen, die zij dikwijls in de nabijheid van de menschelijke woningen rooft.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek