Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
"Ja", zeide Mimi, "maar in bewoordingen, waaraan ik, zelfs na alles, wat er tusschen ons voorgevallen is, geen geloof schenken kan. Neen, Rodolphe, niettegenstaande alles wat u me verwijten kunt, heb ik nooit geloofd, dat gij in mij zoo weinig fijn gevoel veronderstelde, dat gij ook maar een oogenblik hebt kunnen denken, dat ik zoo'n voorstel zou aannemen."
De mijnheer, jaloersch als een tijger, vloog naar mademoiselle Amélie en zeide tegen haar, dat hij het uitstekend vond, dat zij den avond in zijn gezelschap doorbracht. Om acht uur snelde Mimi naar de plek, waar Rodolphe op Amélie zou wachten.
Op de plek, waar ik klop, moet u kijken, en u zult daar de sporen vinden van een kijkgat, een judas, dat daar vroeger was, maar nu sedert lang dicht gespijkerd is: tracht het stuk hout, dat het gat afsluit, te verwijderen, dan zullen we, hoewel ieder bij ons thuis, zoo goed als samen zijn ...." Rodolphe zette zich dadelijk aan het werk.
Rodolphe noemde haar een naam, die haar een kleur van blijdschap en trots deed krijgen. "Ja," zeide Rodolphe, "die ontmoeting met den dichter, die zoo mooi de liefde bezongen heeft, is een goed voorteeken en zal onze verzoening geluk aanbrengen." "Ik heb je lief," zeide Mimi innig en drukte haar vriend de hand, hoewel zij midden in de drukte van het verkeer waren.
Jouw wegblijven had haar vreeselijk veel verdriet gedaan; zij gaf me een brief voor je, dien ik dadelijk naar je kamer gebracht heb." "Lieve God!" riep Rodolphe uit; "vanaf het oogenblik dat ik dacht, dat Mimi dood was, ben ik niet meer op mijn kamer geweest. Ik heb hier en daar bij mijn vrienden geslapen. Mimi leeft. God, wat moet zij wel van mijn wegblijven denken! Arme, arme meid!
"Als je daar bang voor bent, dan kan je hem nog best inhalen," zeide Rodolphe; "hij is net weg; je zal hem nog wel aan de deur vinden." "Zeker moet ik hem inhalen," antwoordde Colline, terwijl hij zijn hoed opzette, waarvan de randen zoo breed waren, dat men er makkelijk voor tien personen thee op zou kunnen ronddienen. "Dat is nummer twee," zeide Marcel tot Rodolphe; "nu ben je vrij.
"U ziet toch wel, dat mijnheer slaapt," zeide hij. "Daarom wil ik hem wakker trommelen," antwoordde Colline en begon opnieuw te kloppen. "Dan wil hij u zeker niet antwoorden," meende de concierge, terwijl hij voor de deur van Rodolphe een paar lakschoenen en een paar dameslaarsjes, die hij juist gepoetst had, neerzette.
Om vier uur ging de kaars uit. Rodolphe wilde een nieuwe aansteken. "Ach neen," zeide Mimi, "het is de moeite niet waard. Het is tijd, om naar bed te gaan."
Kijk eens, laten we eens veronderstellen: ik ben een huisvader, niet waar? .... goed ... Ik kom hier in het café een partij domino spelen. Volg nu goed mijn redeneering." "Verder, verder!" zeide Rodolphe.
"Ga met mij mede," zeide hij, "ik woon hier vlak bij; wij zullen den nacht doorbrengen met praten over litteratuur en schoone kunsten." "En dan maak jij muziek en moet Rodolphe ons zijn gedichten voordragen," zeide Colline. "Waarachtig, zeker," voegde Schaunard eraan toe, "we moeten lachen en vroolijk zijn, we leven maar eens."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek