United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vervloekt, zeide hij met een flauwe stem; Van Rodenberg heeft mij tot dit schelmstuk overgehaald; toen riep hij den hemel nog om genade aan, maar dewijl het mij niet paste den ezel bij adem te laten, mij later in opspraak te brengen, gaf ik hem den genadeslag. Nu is hij voorgoed bezorgd, en de zaak zal voorzeker niet uitlekken."

Nog slechts weinige seconden had hij, alzoo gewapend, voortgereden, of hij bemerkte aan de plaats zijner bestemming te zijn gekomen. Van Rodenberg was nog niet aanwezig; en, van zijn paard stappende, bond Alonzo het met den teugel aan den tak van een boom, die op den hoek van den weg stond.

Gij zult u aan mijn wil onderwerpen! Nog eens, ik begeer, ik eisch, dat gij Van Bergens dochter tot uwe vrouw maakt." "Gij eischt van mij, mevrouw?" riep Van Rodenberg: "Waarachtig! mijne verwondering grenst aan verbazing. Wie wát geeft u het recht om zóó tot mij te spreken? Ben ik niet mijn eigen heer en meester?

"Stel u gerust," hernam Van Rodenberg glimlachend: "ik heb dezen middag vernomen, dat zij de vuurproef moedig heeft doorstaan, doch dat de waterproef haar minder goed is bekomen. Dezen morgen is zij bezweken, en heeft in haar laatste oogenblikken nog met de meeste liefde van u gesproken. "De Heer hebbe hare ziel!" zuchtte Rosio. "Of de duivel!" hernam Van Rodenberg: "Om 't even.

Alonzo wierp zes, en had verloren. Van Rodenberg, van zijn kant zich nu weder edelmoedig toonende, vond goed het spel voort te zetten. Het geluk had Spinola geheel en al den nek toegekeerd; hij verloor onophoudelijk, en hoewel hij gedurig geneigd was het spel te staken, wilde zijne tegenpartij daar niet van hooren: zulk een grove winst mocht hij niet zonder voldoening aannemen.

"Wel wel!" zeide Van Rodenberg lachende: dat heet ik iemands woorden fraai uitleggen. Ik wensch den somberen minnaar wat op te vroolijken en eenige afleiding te bezorgen, en wordt daarom met den edelen naam van losbandige begiftigd. Wij spreken in Holland ronde woorden: wij zeggen wat wij denken, doch zoo gij, graaf! veronderstelt dat mijne bedoelingen...."

"God, Walter! zijt gij het?" riep de graaf, terwijl hij verbleekte, en bevend den nederliggende beschouwde: "Walter, Walter! waartoe zijt gij gekomen!" Walter Van Rodenberg opende zijne oogen en keek verwilderd om zich heen. "Ha! eindelijk vernietigd!" riep hij met schorre stem: "Het is reeds lang genoeg. Waar is de dood?

"Gij kunt uw gang gaan," zeide hij: "hoewel ik het u afraad; maar ik zal niet spelen, dewijl ik het spel als een verderfelijk kwaad beschouw." "Bij mijne eer, dat heet ik den fijne uithangen!" riep Van Rodenberg: "welk een kinderachtige verontschuldiging. Mijn troetelkind een verderfelijk kwaad? Elkander met gelijke wapenen bevechten, noemt gij eene verkeerdheid? Gelijke kansen, gelijke steenen!

Hij heeft een afkeer van zijne en uwe Paapsche leer, en haat den vijand sterker dan ik dit eerst geloofde. Het lieve duifje zal den wil van haren vader doen. Ik huw haar; de graaf sterft weldra, en de goederen der Van Bergens worden mijn eigendom." "En gij zult uw geluk aan mij te danken hebben," hernam de gravin toen Van Rodenberg geëindigd had. "Doch wat vangen wij thans met Spinola aan?"

De jonker Van Rodenberg," vervolgde zij, Alonzo even aanziende, "heeft hem reeds jaren lang op de edelmoedigste wijze met zijn belangrijk vermogen bijgestaan; en deze jonker Van Rodenberg, dien gij wellicht reeds hebt leeren kennen, of anders hebt hooren noemen, heeft, zegt men, tot onuitsprekelijke blijdschap van mijn zoon, ongeacht Adelgondes schandelijke geboorte en Van Bergens treurige omstandigheden, hare hand gevraagd.