Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Wilt gij den jonker Van Rodenberg, Walter Van Rodenberg, uit een der aanzienlijkste geslachten gesproten, wilt gij mij de wet voorschrijven? wilt gij dit doen mevrouw! Gij, die, ondanks den naam dien gij thans voert, eene.... Ha!" vervolgde hij lachende: "Dit is te dwaas, mevrouw! Het kan u onmogelijk ernst zijn. Hoe dit echter ook zijn moge, ik ga mijn gang.

Gij hebt hinderpalen zien verrijzen, die uwe wenschen in den weg traden, en voor mij, gij weet het, is de droom onzer liefde eveneens in rook verdwenen. Wat er ook van Van Rodenberg zijn moge, hij zij dan edel of slecht, reeds zijn aanblik hindert mij.

Mijn zoon!" riep de gravin smeekend en schier buiten zich zelve: "Ja, ik wist het, gij zoudt mij niet verstooten!" "Nogmaals dien naam!" brulde Van Rodenberg: "Weg van mij, verachte vrouw!" vervolgde hij, zijn uiterste krachten verzamelende: "Weg van mij met uw ellendige logentaal!" en met een geweldigen ruk slingerde hij de rampzalige vrouw achter in het vertrek.

Voorzeker moest het de ontkoming van Van Rodenberg hebben bevorderd, die eerst over de slotgracht was gezwommen en zich daarna in allerijl uit de voeten had gemaakt. In een tijdsverloop van ongeveer negen maanden, hadden de staatkundige aangelegenheden gedurig een geheel ander aanzien verkregen.

Een hevige koorts, door een zware wond veroorzaakt, verhaastte zijn dood; in zijn laatste oogenblikken stond ik bij hem, hij sprak niet meer; weinige seconden echter voor hij den adem uitblies, stamelde hij nog met bevende lippen den naam van Walter.... En nu, die Walter, de zoon van mijn getrouwen strijdgezel, heeft uwe hand gevraagd. Wat dunkt u Gonne, van den naam Van Rodenberg?"

Walter, gij zijt mijn zoon! Ja ik ben uwe moeder! Om uwentwil heb ik angst en smart uitgestaan; voor u heb ik geleefd; voor u wil ik blijven leven; om uwentwil heb ik wraak gezworen! Red mij om Gods wil, red mij! Neen, gij zult uw moeder niet vermoorden!" "Wijf! gij zijt razend!" riep Van Rodenberg, terwijl het klamme zweet op zijn voorhoofd parelde: "Laat mij los zeg ik u!

"Als ik mij niet vergis," antwoordde Van Rodenberg, "dan was ik bij die grap tegenwoordig. Het had mij bijna het leven gekost. Doch genoeg daarvan. De edele gravin is...." "Leeft de gravin nog?" viel hem Rosio haastig in de rede, terwijl hij zijn bezorgdheid en vrees daarvoor achter een masker van levendige belangstelling zocht te verbergen.

Met eenige omzichtigheid deelde hij het gastmaal op den Oldenburgh mede; verzweeg de afgesprokene ontmoeting met Van Rodenberg, maar gaf voor, in het naar huis rijden van den rechten weg te zijn afgedwaald; verhaalde voorts dat hij door een straatroover was aangevallen, welken hij ter aarde had geworpen; dat zijn paard hem in dien tusschentijd was ontloopen, en hij, niet wetende waarheen zich te wenden, den weg had ingeslagen, die hem, dank zij de goedheid der edele bewoners, in deze veilige haven had binnengevoerd.

"Moet ik uw genade vergezellen?" vroeg deze. "Dat is niet noodig Ferdinand." antwoordde Alonzo: "Ik zal...." Hier werd het gesprek gestoord door het aandienen van den jonker Van Rodenberg, die dadelijk daarop binnentrad.

Deze laatste woorden had Van Rodenberg gericht tot een jonkman, wiens gelaat de ontegenzeggelijkste sporen van een verwaarloosd leven droeg. Arends stond op, trad naar Alonzo toe, en bood hem zijne hand. Doch Alonzo, niet gewoon zijne vriendschap zoo terstond weg te schenken, hield zich alsof hij die aanbieding niet bemerkte, en boog zich voor den jonker.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek