Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
"Maar gij!" ging Van Rodenberg weder tot Alonzo voort: "Gij! door wiens aderen onbaatzuchtig bloed stroomt; een Spanjaard, edel en vermogend, zoudt gij werkelijk angstvallig zijn om iets van dat vermogen te wagen? Neen! daarvoor ken ik u reeds te wél, gij zult mij een kans niet weigeren. Drie honderd kronen wil ik in den eersten worp met u wagen!"
Den geheelen middag was ik in zijn gezelschap, en eerst sedert een paar uren heeft hij het kasteel verlaten, om mijn lieve dochter op te sporen." "En wie heeft u gezegd dat Adelgonde door Spinola zelven is ontvoerd?" hernam Van Rodenberg, heimelijk glimlachende, daar zijne zaak een gunstige wending scheen te nemen: "Heeft uw schrandere blik de fijnheid van het spel nog niet geraden?
Spoedig Jozef, houd het paard van den jonker Van Rodenberg in gereedheid." De dienaar boog en vertrok. "Genadige graaf!" stotterde Walter: "Ik zal niet gedoogen.... Gij wilt toch niet in dit nachtelijk uur.... Waarom mij die eervolle taak niet opgedragen? Gij zoudt u aan gevaren blootstellen!
Wellicht is hunne nasporing reeds met een goeden uitslag bekroond, dacht hij, en wilde juist den terugkeerenden te gemoet snellen, toen een jong edelman haastig de zaal binnentrad. Het baarde den graaf geen geringe verwondering, toon hij in dit nachtelijk uur jonker Walter Van Rodenberg voor zich zag.
En gij.... gij bemint haar?" riep hij, terwijl een lichte blos zijn doodsbleek gelaat kleurde: "Waar is zij? Spreek! Ik zal haar dan zien.... eindelijk wederzien!" "Gij zijt dronken, knaap!" bromde Van Rodenberg: "Wilt gij op alle mogelijke wijzen den draak met mij steken?
"Ik zal niet gaan rijden Ferdinand!" zeide Alonzo, nadat hij de verplichtende woorden des jonkers beleefdelijk beantwoord had. Ferdinand boog en vertrok. "Gij zijt een vreemdeling in onze streken," vervolgde Van Rodenberg: "en daarom eischt de Hollandsche gastvrijheid van mij dat ik u mijne diensten kom aanbieden.
De vreemdeling, in wien wij reeds den jonker Walter Van Rodenberg hebben herkend, brandde nu van verlangen om te weten welke kostbaarheden door de ontvoering van Adelgonde in zijn bezit waren gekomen. Met de verregaandste onkieschheid doorzocht hij de kleederen der schoone Hagenlelie, die daar als een marmeren beeld ter neer lag.
"Ellendige! gij hebt valsch gespeeld!" riep Alonzo, eensklaps verwoed opspringende, en zich dreigend vóór Van Rodenberg plaatsende: "Gij zijt een eervergeten schurk, jonker Van Rodenberg! Mijne heeren!" ging hij overluid voort, de zaal rondziende: "duldt gij een edelman in uw midden die tevens een valsche speler is?"
"Ik heb eene boodschap aan u, edele heer!" zei de jongeling: "en daar ik aan uwe woning vernam dat de jonker Van Rodenberg u genoodigd bad, was ik zeker u in den Avondtempel te zullen vinden. Juist kwam ik van pas om uw aanvaller met een duchtigen vuistslag ter aarde te werpen." "Gij hebt braaf gehandeld," hernam Alonzo: "Doch gij hadt eene boodschap aan mij?"
Nogmaals wilde zij die letteren herlezen, om allen twijfel te verbannen; zich nogmaals overtuigen dat zij door Alonzo geschreven, en niet door een andere hand kunstig waren nagebootst; doch hoe klom haar heimelijke vrees tot de vernietigendste bezorgdheid, toen zij het pakje miste, hetwelk Van Rodenberg haar in haar bezwijming had ontvreemd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek