Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Van Rodenberg had zijn gelaat naar een andere zij gewend; en toen nu Alonzo geëindigd had, was het weder hoewel meer dan te voren gekunsteld in dezelfde plooi, en antwoordde hij op Alonzo's laatste vraag, vrij natuurlijk lachende: "Booze roover! kwaamt gij daarom herwaarts? Zijn dat uwe bedoelingen? Wilt gij de schoonste bloem uit het noorden in zuidelijker lucht overplanten?

"Waarachtig, een allerliefst tooneel!" sprak de jonker Van Rodenberg, op spotachtigen toon: "een schoone die haar slapenden minnaar bespiedt! Het is voor u te wenschen aardig kind!" ging hij, haar aansprekende, eenigszins harder voort: "dat gij niet, evenals Potifars huisvrouw, een zedigen Jozef achter die gordijnen begluurt."

Van Rodenberg was met Adelgonde en haar vader bekend; op het bal reeds had hij zich iets aangaande hare afkomst laten ontvallen. Hij zag in hem nu geen jaloerschen medeminnaar meer, en wat belette hem dus over deze zaak te spreken met den man, die zich zoo welwillend jegens hem betoonde? "Welaan!" zeide Alonzo: "gij zult mij voorzeker met uwe inlichtingen van dienst willen zijn?

"Wij kennen elkander!" sprak Rosio, die zeer wel begreep, dat Van Rodenberg den draak met hem stak: "Maar bij het heil mijner ziel!" vervolgde hij: "hetgeen gij zegt is waar: slechts weinige oude boeken en geschriften, behalve hetgeen mij toebehoorde, heb ik uit den hevigen brand kunnen redden. Gij weet het immers, jonker, dat de Blankert een prooi der vlammen is geworden?"

Dus is die vrouw mijne moeder, dacht Adelgonde: Zoo zijn die ruwe gelaatstrekken dan de trekken van haar, die ik mij in mijn kindsche dagen schier als een heilige had voorgesteld! Onwillekeurig werd het teedere meisje zeer bevreesd. Alles kwam haar zoo vreemd, zoo zonderling voor. Was het dan niet Van Rodenberg die haar, in stede van Alonzo, had weggevoerd?

"Gij; wilt mij in de torenkamer sluiten!" riep Van Rodenberg met hevigheid: "Is dat dewijl ik uw ellendig basterdkind wilde redden!

Vaarwel, gravin Van Bergen! het blijft steeds eene eer voor mij, uw onderdanige dienaar te zijn." Na dit gezegd te hebben, stond Van Rodenberg snel op, en ging naar de deur; doch de gravin, blakend van inwendige spijt en gramschap, greep hem bij den arm, en wilde hem beletten het vertrek te verlaten.

Moest ik u niet zeggen dat Van Rodenberg door wien weet de hemel achter de waarheid uwer afkomst gekomen, uw naam wil bekend maken zoo gij zijne gade niet wordt? Gonne! dierbare Gonne! ofschoon ik uw vader niet ben, ik blijf voor u niettemin steeds een liefderijk vader! Adelgonde hoorde hem niet; hare ademhaling was ongeregeld: Een vreeselijke storm had over de teedere Hagenlelie gewoed!

"Gij hebt gewonnen!" zeide Van Rodenberg zeer koel: "Laat ons nogmaals drinken; de fortuin is mij niet gunstig." "Niettemin zullen wij nog één worp doen," sprak Alonzo, wien het hinderde gewonnen te hebben. "Welaan dan!" hernam Van Rodenberg: "doch dan zullen wij den inzet verdubbelen: zeshonderd kronen!" Weder klonken de steenen in den kroes, en zeven punten vielen.

Het opkomende onweder kan hem niet hebben uitgelokt; ongetwijfeld heeft hij mij iets belangrijks mee te deelen. Werkelijk trad jonker Walter Van Rodenberg weinige oogenblikken later het vertrek binnen. De gravin had hem nu, ondanks de reeds heerschende schemering, aan zijn tred volkomen herkend.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek