Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


De snelle, wiegende beweging, die sommigen dezelfde gewaarwording geeft als zeeziekte, was wel vreemd, maar op De Vogel en op het jacht van Lane was hij aan zulke ondervindingen gewoon geraakt. "We zullen met deze snelheid den Maarschalk gauw inhalen," zei Felix. "We volgen denzelfden weg niet," antwoordde Katina. "Ik rijd gewoonlijk dezen weg, al loopt hij om.

Dit oude grasland is letterlijk een gras-woestijn; ik geloof niet, dat er een kikvorsch op te vinden is. Waar zal dan een Westman, die bijna blaft van den honger, een ordentelijk stukje vleesch vandaan kunnen halen?" "Ik heb het al in het oog. Neem mijn paard maar aan den teugel, en rijd met de anderen maar langzaam door." "Zoo?" zeide Frank, terwijl hij hoofdschuddend rondkeek.

"Gij hebt het rechte inzicht, vriend," antwoordde Don Quichot; "maar wees nu stil en rijd met mij rechts die hoogte op. Van dat punt kunnen wij het krijgsvolk beter zien, en ik zal u dan meteen met de beste en dapperste ridders van beide legers bekendmaken."

Toen zij aan land stapten, wees Kniesj aan Tsjetsjewiek een mooi en sterk zwart paard. "Neem Maroessia achter u," zei hij tegen Tsjetsjewiek, "en rijd den geheelen nacht door. Bij het aanbreken van den dag moet u het paard laten loopen; het zal den weg naar de hoeve van Samoes wel alleen terugvinden."

Toen de Cid dien nacht sliep, droomde hij, dat de Aartsengel Gabriel hem verscheen, en tot hem zeide: »Stijg op, o Cid Campeador, stijg op en rijd heen; uw zaak is rechtvaardig; zoo lang gij leeft, zal alles, wat gij onderneemt, u gelukkenMet driehonderd volgelingen reed de Cid het land der Mooren binnen.

"Wat wil je nog?" vroeg zij op barschen toon den teruggekeerden Michaël, die haar het briefje toehield, "ach ja, hij heeft het niet meer in handen gekregen," herinnerde zij zich. "Rijd met dit briefje naar de villa van gravin Wronsky; je kent het huis toch? en wacht op antwoord." "Wat zal ik er echter doen?" dacht zij. "Ja, ik rijd naar Dolly, dat is waar. Anders word ik krankzinnig.

Hy deed de weinige bestaande scholen in Pruissen verbeteren, en nieuwe oprichten, opdat het zijnen jongen Ridderen, wanneer zy in rijd- en strijdkunst volkomen bedreven waren, aan geen onderricht van den geest ontbreken zoû.

Ja, Heer, maar ik loop niet, ik rijd. En wanneer gaat gij nu de eerstvolgende maal. Overmorgen! Eerder niet? Hij antwoordde ontkennend, waarop ik hernam: Dat is gelukkig voor u! Waarom? Omdat die weg vandaag gevaarlijk voor u zijn kon. En op welken grond, Effendi? Dat doet minder ter zake. Maar indien gij vandaag vertrokken waart, had ik u willen waarschuwen! En gij vertrekt zelf toch?

"Ja, omdat gij hem altijd tot overlast waart; maar of onze heeren nog niet gereed zijn!" "Indien zij niet spoedig komen, rijd ik weer heen," zeide Reinout. "Dwaas!" zeide Deodaat: "zij wisten immers niet, dat wij komen zouden, en 't verwondert mij niet, dat zij lang werk hebben, althans Adeelen, wiens gescheurde hozen waarschijnlijk naar den snijder zijn.

"Weet gij wat Daamke!" vervolgde Reinout: "rijd gij eens vooruit: dan zal ik volgen, en zoo de onbekende ons weer op de hielen durft blijven, geest of man, ik zal hem den schedel splijten." "Ik vooruitrijden!" riep Daamke, wien het denkbeeld alleen over het geheele lijf deed sidderen: "dat ware immers met alle betamelijkheid strijdig."

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek