Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Reynhove nam nu Helding bij den anderen arm en op die wijze gelukte het ons, hem tot in de poort te krijgen. Op het Haarlemmerplein gekomen, bestelden wij een slede en pakten onzen maat, die zoo gedwee als een schaap was en nergens meer besef van had, daarin, terwijl wij gearmd naast het voertuig voort bleven wandelen. Ik vroeg aan Reynhove, hoe het met zijn paard gesteld was.

De Heer Reynhove daarentegen, die voorzeker, zoowel als ik, met ernstige gedachten bezig was, bleef echter in het oog houden, dat zijn welbegrepen plicht niet medebracht om op een bank te liggen zuchten, maar wel om zijn reisgenooten te ondersteunen en op te beuren: en zoo wij in die ure vergaan waren, zou hij met de zelfvoldoening gestorven wezen, dat hij bij het opontbod werkzaam gevonden was."

"'t Heeft genoeg gescheeld," zeide Lodewijk: "ja! laten zij maar komen, die het tegen de blessen uithouden." "Nu ja," zeide Reynhove, niet zonder wrevel over het bluffen van Lodewijk: "indien ik mijn paard had willen ambimeeren, zooals gij uwe beesten gedaan hebt, dan had ik u op Halfweg al vooruit kunnen zijn."

"Dat zou het net," zeide Lodewijk, terwijl Reynhove een blik van verontwaardiging op den Officier wierp: "nu: de knaap zag er zoo ontdaan uit van de kleine wandeling, die hij gemaakt had, dat de ouwe hem verzocht te gaan zitten en hem vroeg, hoe hij het al zoo maakte: "niet te best," was het antwoord: "ik ben verleden week naar Leiden geweest om Professor Boerhave te raadplegen: en die heeft mij het paardrijden aanbevolen."

En UEd., Mijnheer Reynhove! bekleedt zeker ook reeds deze of gene betrekking?" "Tot nog toe niet. Ik kan niet zeggen, dat ik die ooit zeer geambitionneerd heb." "Des te erger, Mijnheer! Iemand van uwe jaren, die niet geheel van bekwaamheden ontbloot is, behoort werkzaam te zijn, en niet te vergeten, dat de Staat recht heeft op zijn arbeid en talenten: Hos ante effigies maiorum pone tuorum,

"Maar was hiendert das?" vroeg een van Lodewijks kameraden in zijn platduitschen tongval, terwijl hij de jonge meisjes beurtelings op een vrij onbescheiden wijze aanzag: "zoo je ze kent, kottorie! tes te peter, dan oef je te kennisch niet te machen." "Stil, zeide Lodewijk, hem aanstootende: "Mevrouw Van Bempden, uw dienaar: ik stel u den Heer Weinstübe voor, en den Heer Reynhove. Mijne Heeren!

Dit zeggende nam ik de tafellakens en hing die aan de dames als regenschermen om. Weinstübe liep vooruit, zeker met het oogmerk om de beste plaats voor zich te nemen. Reynhove en Suzanna ondersteunden Tante en ik volgde met Henriëtte. Dan nauwelijks waren wij op het dek, of een windvlaag kwam met zooveel geweld tegen ons aan, dat wij werk hadden om ons op de been te houden.

"Mejuffrouw drijft er den spot mede," zeide Reynhove, een weinig verlegen: "en ik beken, dat ik mij verkeerd exprimeerde. Ik heb tegen mijn eigen belang gehandeld, dat ik hier niet vroeger een visite ben komen brengen; maar, ik declareer oprecht, dat zoodra ik aan Mejuffrouw Huyck gepresenteerd was, ik het project geformeerd had, dat ik thans effectueer."

Vaarwel!" Wij namen afscheid: Reynhove volgde den weg, dien de slede gegaan was, en ik trok naar huis.

"Ik bid u, accepteer toch een glaasje, Mevrouw!" zeide Reynhove, zich overeenkomstig de betamelijkheid eerst tot Tante wendende: "aan boord mag zulk een offerte niet gerefuseerd worden; wanneer men zooveel water om zich heen ziet, mag men wel wat wijn gebruiken om een contrepoids te geven." "Mijnheer schijnt wel te huis in de gewoonten aan boord," zeide Suzanna.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek