Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Weet UEd. dan niet, Mijnheer Reynhove! dat van al de meisjes op den aardbodem er geene is, waarover men zich minder bekommert, dan over eene zuster?" "Daar laat gij u onvoorzichtig uit, Santje!" zeide ik; "ik wilde u juist voorstellen, u in het volgende voorjaar eens derwaarts te brengen; maar, nu ik dat hoor, zal ik er wel deugdelijk op passen."
"Mejuffrouw neemt het zoo goed voor Den Haag op," zeide Reynhove, "dat ik er niets weet bij te voegen. Maar is het mogelijk, dat UEd. daar nooit geweest is? Mij dunkt, de familie moest daar eens eenige dagen komen passeeren: het zoude mij een innige volupteit zijn, u rond te leiden en het interessantste te laten zien."
"Ik zal gaarne de dames accompagneeren," zeide Reynhove: "maar ik moet alleen remarqueeren, dat het in de kajuit droog is, en dat zij buiten geëxponeerd worden om nog meer doornat te worden." "Ja dat mag zoo zijn," zeide Henriëtte: "maar ik voor mij zal van harte gaarne loopen: indien echter Mevrouw Van Bempden het afkeurt...."
"Nu hebt gij ons nog niet verhaald, Weinstübe!" zeide Reynhove, toen wij een poos gezeten hadden, "hoe gij daar in die sloot zijt gearriveerd."
Hij vertrok en ik keerde in de huiskamer terug, bij mijzelven denkende dat Reynhove wel gedaan had, zijn voorstel niet te doen in tegenwoordigheid mijner ouders, bij wie een harddraverij contrabande was. Toen ik binnentrad was mijn moeder bezig, mijn vader in 't vriendelijke te beknorren, dat hij dien vreemden Heer, bij zijn eerste bezoek, zoo de les gelezen had.
"O! nu vat ik het," hernam Suzanna: "UEd. was van te goeden huize misschien om met Jan en alleman om te gaan. Maar, om niet van zoovele anderen te spreken, daar hadt gij b.v. den Heer Van Obdam, die was nogal van een redelijk goede familie." "Mejuffer schept er behagen in, mij niet te willen verstaan," zeide Reynhove: "ik bedoel mijn stand niet, maar mijn betrekking als eenigen zoon.
"Ik geloof, dat gij gelijk hebt," zeide Reynhove: "mais que voulez-vous?" "Gij althans," vervolgde ik, "zoudt niet handelen, gelijk Blaek gedaan heeft ten opzichte van Velters. Gij ziet waar die paardekoopers-zedenkunde toe brengt."
Waarschijnlijk droeg mijn gelaat eenige blijken van de gemoedsaandoeningen, door het gebeurde bij mij verwekt; althans mijn vader zag mij ernstig en mijn moeder enigszins bezorgd aan, terwijl Suzanna, toen ik, zonder van de laatste ontmoeting te reppen, in korte woorden verhaalde, dat ik in gezelschap met Blaek, Reynhove enz. geweest was, mij verklaarde, dat zij mij op mijn verjaardag een zweepje en een bokaaltje zoude present doen, aangezien ik bij mijn overige beminnelijke hoedanigheden die van een rostuischer en een drinker scheen te willen voegen.
"Ik verzeker u," zeide Reynhove, "dat, toen ik kennis maakte met Lodewijk, ik hem voor een bon compagnon aanzag, die wellicht zijn gebreken had, maar rond en voor de vuist was; maar hij is mij erg tegengevallen: en dan de manier, waarop hij over zijne cousine spreekt! foei! Apropos! is het een indiscretie, u te vragen, of gij vues op haar hebt?"
Het begon gelukkig al te schemeren, en er waren weinig menschen meer voor de herbergen; maar ik schaamde mij toch om met een dronken man de poort in te komen. Reeds had ik een paar keeren stilgestaan en rondgezien naar iemand om een rijtuig te bestellen, toen tot mijn blijdschap Reynhove met twee der Officieren ons achterop kwam geloopen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek