Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Nog staarden de vochtige oogen van Adelgonde op het papier, nog herlas zij de woorden, die zoozeer van des Spanjaards innige deelneming in haar lot getuigden, toen Anne weder kwam aanhuppelen en tusschen hare vingeren den gevangen vlinder omhoog hield: "Kijk eens freule!" riep zij Adelgonde reeds uit de verte toe: "Kijk eens, welk een fraai diertje, geel als citroen, en zoo vlug als een ree!"

Men stelle zich een sierlijk, op een Ree gelijkend diertje voor, met tamelijk dikken romp, slanken, goed gevormden kop, fraaie, heldere oogen, pooten, die weinig dikker zijn dan een potlood en in zeer bevallige hoeven eindigen, een klein, aardig staartstompje, een zacht, tegen de huid aanliggend haarkleed van aangename kleur, zoo heeft men een denkbeeld van een Dwergmuscusdier.

Naar het schijnt, vestigt de Ree zich bijzonder graag in bosschen van breedgebladerde boomen, vooral in moerassige gewesten. In den winter begeeft zij zich van hoogere naar lager gelegen plaatsen, in den zomer volgt zij de omgekeerde richting.

"Dan sprong ik als een jonge ree En plukte mij een ruiker, De Gouvernante schonk ons thee Ik kreeg dien zonder suiker. "O, 't blijkt uit alles zonneklaar, Men mocht in vroeger dagen Op Lente reeknen ieder jaar; Wat kon haar toch verjagen? "Hoe meenge winter ging voorbij, Dat wij begeerig smachtten Naar 't lieve Lentejaargetij, En vruchtloos bleven wachten.

Laat Abimelech dan komen en mij naar den tuin brengen, waar ik de rivier en de schepen kan zien. Daar zal ik u zeggen waarom zooeven mijn mond lachte en mijne tong zong, en mijn hart opsprong binnen in mij, als een ree of jonge gazelle op de welriekende bergen.

Eén het dichtst bij de kust juist tegenover het gebouw van den Cercle M.; één op het punt, vanwaar de stoombooten, den Z.-W. tocht, rechtstreeks oostelijk koers naar Monaco zullen zetten; één ongeveer ter helfte van Monaco en de vierde aan de ree van Monaco zelf. Zóô was alles bepaald en geregeld.

In de jagerstaal heet de mannelijke Ree in het eerste levensjaar "bokkalf" of "kitsbok," in het tweede jaar "spitsbok" of "smalrug," als het tweede jaar is afgeloopen, "gaffelbok", van het derde jaar af echter "bok"; de vrouwelijke Ree draagt achtereenvolgens in de hierboven genoemde levenstijdperken de namen "rekkekalf", of "kitskalf", daarna "smalree", eindelijk "rekke", "hille", of "reegeit".

De Ree is, met uitzondering van de noordelijkste landen, over geheel Europa en het grootste deel van Azië verbreid.

Vele wateren zouden de liefde niet kunnen blusschen, ja de rivieren zouden ze niet verdrinken; al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten eenenmale verachten. Kom haastelijk, mijn liefste! en wees gij gelijk eene ree, of gelijk een welp der herten op de bergen der specerijen.

Daar hebje nu de boel over de reê, en hy geeft voor, dat ik hem ongelukkig zal maken, indien hy haar niet krygt; met nog eene hele turfmand vol zulk geziegezaag, daar de jongens zo veel meê ophebben. Maar den jongen evenwel zo maar te laten sterven, dat wil ook niet.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek