Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
"Het hof late mij toe eenige woorden tot terechtwijzing te spreken", zeide de hofraadsheer Tancmar. "Zeker, hadde mijn neef Rambold de voeten van mher Burchards lieden afgesneden zonder daartoe uitgedaagd te zijn geworden, het ware eene onmenschelijke wreedheid en eene helsche spot geweest, zooals de heer proost zegt.
"Welnu, het kwaad dat men daar in het verborgen tegen de Kerels smeedt zal onverwachts uitbreken. De proost van St-Donaas, de kastelein, Robrecht Sneloghe en wie hunnen raad of hunne zienswijze volgen, zijn blind. Zij willen niet zien wat er geschiedt; zij zenden boden uit om de Kerels te doen stil blijven; al wat zij zeggen is: geduld, geduld. De bloodaards!
Men kon zien dat Disdir Vos met grammoedigheid zich tegen het aanvaarden van dezen nieuwen eisch verklaarde maar waarschijnlijk liet hij zich door des konings afgezant overreden; want deze riep tot den proost: "Ja, wij nemen de verbintenis aan de jonkvrouw, uwe nicht, in vrijheid te stellen en u toe te laten ze met u uit de stad te leiden."
"Ja, gij slachtoffert mij zonder mededoogen, ik weet niet ten gevolge van welke diepe berekeningen. Bestrijden wij de Isegrims, maar het weze niet door sluwe middelen. De list was altoos de toevlucht der zwakken en der lafaards; wij zijn sterk en onversaagd." "Waarlijk, gij doet mij twijfelen aan de vastheid uwer zinnen" morde de proost, sidderend van verontwaardiging en ongeduld.
Wij hebben nu geenen tijd ons daarmede lang bezig te houden. Al deze gevangene stel ik insgelijks onder de bewaking van den proost van St-Donaas. Hij blijft jegens ons en jegens den graaf van Vlaanderen borg, dat geene hunner zonder mijn bevel uit de proostdij zal gaan ."
De zweep werd op de paarden gelegd, en wij vertrokken naar Yperen. Mij had men insgelijks gebonden; maar de overste, die mij goed kende, zeide mij dat men mij van niets beschuldigde. Indien ik mijn woord wilde geven dat ik mij zou stilhouden en niet pogen te ontvluchten, zou men mij zonder banden den gevangen proost laten vergezellen. Ik aanvaardde.
"Wij zullen gelukkig zijn dezen plicht jegens de stoffelijke overblijfsels van onzen vorst te mogen vervullen; maar wie zal den tempel en wie zal ons tegen de wraak zijner wreede moordenaars beschermen?" "Wie, heeren? Ik zal u behoeden, al ware het zelfs ten koste van mijn leven. Zegt dat de proost het u heeft bevolen."
"Juist, dat is goed, Mons Monsen! je ben een flinke jongen, als je maar wat kalm aan doet. Maar je praat zoo vreeselijk gauw, dat je in de war komt. Hier zijn de boeken wat verschillend wat misschien de gymnasiasten gemerkt hebben," zei de proost tegen Abraham, "verscheidene jongens van de lagere school hebben uit een oude uitgave geleerd."
De opstand der Kerels, indien men verplicht wordt tot zulk uiterst middel zijne toevlucht te nemen, mag slechts algemeen zijn, en onze heirkrachten moeten tot eenen langen oorlog worden ingericht." "Maar, oom lief, is de maat niet vol genoeg?" wedervoer Robrecht, met eene verontwaardiging die hij uit ontzag voor den ouden proost poogde te bedwingen.
"Alzoo de raadsheer Tancmar is in de stad?" vroeg de proost peinzend. "Ja, maar hij keert terug op de baan naar Atrecht om den graaf te gemoet te gaan." "Wanneer vertrekt hij? Dezen morgen nog?" "Neen, in den vooravond." Bertulf schudde het hoofd. "Verwacht gij dan een erg kwaad van Tancmars tegenwoordigheid?" vroeg de voorschepen verwonderd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek