Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Hij moest naar huis, en nu het paard hardnekkig den verkeerden kant uitliep, besloot hij te voet te gaan, en 't paard te leiden, tot ze weêr op bekende wegen waren. Hij wond den teugel om den arm, en begon zijn wandeling. Dat was geen kleinigheid, door 't bosch te loopen met een zwaren pels, maar de proost was een sterk en gehard man, en niet bang voor inspanning.
Volgens hem had men door kuiperijen en bedrog den graaf verrast en hem dit onbegrijpelijk vonnis doen bezegelen. Men moest de gemoederen slechts tijd geven om een weinig te bedaren, en door onderwerping den vorst laten gelooven dat men zijne besluiten wilde eerbiedigen. Hij, proost van St-Donaas, zou persoonlijke pogingen bij het hof doen.
't Paard gaf hem intusschen nieuwe zorgen. Het wilde niet meer, het zette de hoeven vast op den grond, en spartelde tegen. Toen werd de proost eindelijk boos. Hij sloeg dat paard nooit, en hij wilde dat ook nu niet doen. Hij wierp de teugels neer, en liep van het dier weg. "We moeten hier wel van elkaar gaan, nu jij je eigen weg wilt gaan," zei hij.
Mher Willem verweet den proost met hevige gramschap, dat hij tot den moord van graaf Karel had geholpen, en door deze afschuwelijke daad der Kerlen macht had gebroken. De proost beschuldigde integendeel mher Willem en beweerde dat hij zelf aan zijnen neef Burchard bevel had gegeven om Karel van Denemarken te dooden.
Als de predikant zelf de teugels had bestuurd, zou hij het nooit in de gedachten hebben gekregen, een paard over zoo'n terrein te laten loopen. "Je bent toch zeker niet van plan, naar de Blacksbergvlakte te gaan," zei de proost, en lachte daarbij zoowat, want hij wist, dat de Blacksbergvlakte een van de hoogste punten van Hälsingland was.
"Dank zij God, die u mijne genegenheid en achting waardig laat blijven!" juichte de proost met onverborgene blijdschap. "Ga, mijn goede neef, haast u; want onze vijanden zijn waakzaam."
In den Steen van mijnen oom Hacket zijn kamers voor u en voor uwe dienstmeiden in gereedheid gebracht. De proost van St-Donaas zal u onder zijne bescherming nemen en u dagelijks meer dan eens bezoeken." De beide jonkvrouwen zagen hem met verschriktheid aan. "Het wordt dus oorlog?" vroeg Dakerlia. "Het geheim van den Hoop moet elkeen heilig zijn, die het kent", antwoordde Robrecht.
Maar Walter Van Lillers scheen weinig acht op deze uitlegging te slaan, en poogde door velerlei gebaren en oogwenken den proost te doen verstaan dat hij iets geheims aan hem alleen te veropenbaren had. Eindelijk herhaalde hij zijne vraag om beneden in de proostdij te worden geleid; men mocht hem eenen doek voor de oogen binden en hem dus beletten iets te zien.
Het scheen zich werkelijk te hebben voorgenomen, hem zoo ver van de kerk en de pastorie te brengen, als 't maar mogelijk was. De proost sprong snel uit het zadel, hij kon zich toch niet op die manier door zijn paard de wildernis in laten brengen.
"Het is waar, heer proost", murmelde de voorsehepen. "De Isegrims begrijpen ons daarom in denzelfden haat", ging Bertulf voort. "Poorters, Kerels, vrije mannen van binnen en buiten de steden, wil men doen bukken onder eene zelfde verdrukking.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek