Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Toen ik naar lust haar had bestraft, en zij Deemoedig bad om mijn toegevendheid, Toen vorderde ik dien lievlingsknaap haar af; Zij gaf hem daad'lijk en haar elfe droeg Hem naar het elfenland in mijn prieel. Nu ik het knaapje heb, bevrijd ik ook Haar oogen van de' afschuwelijken waan.

Army was plotseling het priëel binnengetreden, waarin zij en Nelly elkander zaten voor te lezen. Geheel onverwacht stond hij voor haar en omhelsde lachend zijne zuster die, blozend van vreugde, bijna niet spreken kon; daarop had hij haar zeer verbaasd aangezien en eindelijk "juffer Lise" genoemd. "Juffer Lise!" Hoe gek klonk dat! Zij moest er om lachen; hij lachte mede, maar bleef haar zoo noemen.

't Regende nog, dat het goot, dus moesten wij onze toevlucht nemen tot het priëel, wat wij ook deden. Maar nauwelijks hadden mijn drie vrienden zich van benauwdheid op de banken uitgestrekt, waar zij lagen te zuchten en te stenen, om zelfs een bevroren hart te doen smelten, o heden, daar kwam mevrouw van Koorde aan, die eens kwam zien, wat haar zoontje uitvoerde.

Hij vond er groot vermaak in het verhaal der beroerlijke tijden in deze boeken te volgen, die in een naïeve taal geschreven waren. Aan de beschrijving van de beeldstormerij gekomen legt hij het boek opzij, en voelt in zich de lust om een oorspronkelijke schets te maken van die kleurige dingen. Hij wandelt door den tuin en maakt een plan; verschuilt zich in het priëel en tracht te schrijven.

"Wij moesten hier even rusten," ving zij met een zwakke stem aan: "Dit priëel Anne, geeft zulk een mooi uitzicht over de weilanden." "Dat zou ik u niet raden lieve freule!" antwoordde Adelgondes kamenier: "de lucht is wel zacht, doch een klein tochtje zou u wellicht zeer nadeelig zijn." "O neen!" hernam Adelgonde: "Ik ben immers weer geheel hersteld; de zoete meilucht zal mij niet schaden.

Toen de stammoeder der Hallemannen melding maakte van de bessenboompjes en den zoo kwaadaardig belasterden regenbak, had ze onder de volkomenheden van Stad-rust, ook dat prieel moeten opnoemen, waar Betsy zat met dien heer... Wie is dat? vroeg Wouter aan de kleine Emma, die meespeelde met de jongens. Wel, dat is Betsy's vryer.

Driftig sprong hij overeind, terwijl Letje half opgeruimd, half weemoedig glimlachte. Zou het nog niet te laat zijn, en hoe zou André dat wonderwerk ten uitvoer brengen? Er naderden schreden. Dominee De Witt trad naar het priëel toe. Zijn kalm gelaat was verhit door inspanning. Hij had de voormiddaggodsdienstoefening geleid, en keerde met loome schreden naar huis.

Nu dan, zei hij kortaf midden de schokken van zijn lach en terwijl hij hare leên omarmde, we zullen tot boven de Jungfrau gaan. Ze juichte niet. Ze beweerde, na een tijdje, dat de tuin vochtig was geworden, en, inderdaad, het docht haar dat het fonteindruppeling zich fijn-spattend tot onder het lage priëel had uitgezet. Hij stak eene sigaret aan en stond recht.

Francis, die in één vaart tot het priëel was doorgegaan, riep hem toe: "Ik heb u gewaarschuwd! gij hebt uw vader den dood berokkend." "Neen, Francis! neen! hij is bewusteloos, hij is koud als een lijk; maar ik vond hem zóó; ik bezweer u bij alles wat mij lief is, dat ik hem zoo gevonden heb."

Een geruimen tijd vóór MAERLANT, waarschijnlijk in den aanvang der 13de eeuw, had zekere SEGHER, met den toenaam: DIEREGOTGAF, een paar gedeelten van den Franschen Roman de Troie vertaald of bewerkt . In het eene stuk, tprieel van Troyen genaamd, is de liefde hoofdzaak; wij zijn daar in het gezelschap van een aantal jongere ridders, met de koninginnen van hun hart in een prieel buiten gezeten, en zich vermeiend in hoofsche liefdesgesprekken.

Woord Van De Dag

flakons

Anderen Op Zoek