United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zeide ik: Ik kan niet elders leven dan hier. Ik moet blijven. Nu ja, gij hebt gelijk, ik ben een dwaas, waarom ben ik niet eenvoudig gebleven zooals ik was? Gij biedt mij een kamer in het huis aan; mevrouw Pontmercy bemint mij.

Marius had aan Cosette gezegd, dat hij een wees was en Marius Pontmercy heette, dat hij advocaat was en van het schrijven voor de drukpers leefde, dat zijn vader kolonel, en een held, was geweest, en dat hij, Marius, in onmin leefde met zijn grootvader, die rijk was. Hij had haar ook terloops te kennen gegeven, dat hij baron was; maar dit had op Cosette niet den minsten indruk gemaakt.

Teedere en eerbiedwaardige herinneringen, want zij raken zijn moeder, hechten hem aan dat verleden. Wij moeten overigens zeggen, dat ook die kleine wereld haar grootheid had. Men moge er over glimlachen, maar ze noch verachten, noch haten. Het was het Frankrijk van den voortijd. Marius Pontmercy leerde evenals alle kinderen.

En waarschijnlijk zou deze verklaring, zonder eenig bewijs, aan den baron Pontmercy gedaan: "Uw vrouw is een onecht kind", geen andere uitkomst hebben gehad, dan een schop van den echtgenoot voor den berichtgever. Volgens Thénardiers meening was de onderhandeling met Marius nog niet begonnen.

Door allerlei sluwe praktijken, of ten minste door gissingen, had hij òf ontdekt òf geraden, wie de man was, dien hij op zekeren dag in het Groote Riool ontmoet had. Van den man was hij gemakkelijk tot den naam gekomen. Hij wist, dat mevrouw de barones Pontmercy Cosette was. Maar te haren aanzien wilde hij geheimhoudend zijn. Wie was Cosette? Hij wist het zelf niet juist.

Hij wilde niet nutteloos zijn; dat hij boeken had en botanicus was, belette hem niet te lezen en te tuinieren. Toen hij Pontmercy had leeren kennen, ontstond tusschen den kolonel en hem sympathie, wijl deze bloemen en de ander vruchten kweekte. De heer Mabeuf was er in geslaagd even uitmuntende peren als die van St. Germain te telen.

Men zou zeggen dat hij dengene straft die hem begrijpt; maar neen; hij beloont hem er voor; want hij brengt hem in een hel, waar men God naast zich voelt. Men heeft zijn hart niet zoodra verbrijzeld, of men is in vrede met zich zelven." En op onuitsprekelijken toon voegde hij er bij: "Mijnheer Pontmercy, dit alles is dwaasheid, ik ben een eerlijk man.

Bij de verschikking der kleeding van Marius, had hij in diens zakken twee voorwerpen gevonden, het brood dat er sedert den vorigen dag in vergeten was, en Marius' portefeuille. Hij at het brood en opende de portefeuille. Op de eerste bladzijde vond hij deze door Marius geschreven regels, welke men zich herinneren zal: "Ik heet Marius Pontmercy.

Hij schreef langzaam deze regels: "Cosette, ik zegen u. Ik zal u eene verklaring geven. Uw echtgenoot heeft gelijk gehad, mij te doen begrijpen, dat ik heen moest gaan; hij heeft zich echter eenigszins in zijn meening vergist, maar hij heeft gelijk gehad. Hij is een uitmuntend mensch. Bemin hem steeds, wanneer ik dood zal zijn. Mijnheer Pontmercy, bemin steeds mijn teergeliefd kind.

Georges, schreef Marius zijn vader een brief uit plichtgevoel, welken zijn tante hem dicteerde, en die als uit een formulierboek gecopieerd was. Dit was alles wat Gillenormand toestond, en de vader antwoordde in zeer teedere brieven, die de grootvader in zijn zak stak, zonder ze te lezen. De salon van mevrouw de T. was al wat Marius Pontmercy van de wereld kende.