Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Moeten jullie me heelemaal gek maken? Wáar zijn jullie geweest? bulderde Lavinius Gabinius van af het tooneel naar de keizerlijke loge, waar in hun witte lacerna de tweelingen waren verschenen. Bij den edelen Plinius, dominus.... Is de cliënt dat dan niet komen zeggen? Wiè is de edele Plinius?! riep razend Lavinius Gabinius. Ik ken geen edelen Plinius, en ik heb niets met zijn cliënten te maken!
Dus de Keizer zal niet verschijnen? vroeg de oude Verginius Rufus: hij was tusschen Plinius en Frontinus binnen gekomen; zij hadden hun bronzen tesseræ, met den maskerkop er op gegraveerd, den opzichter overhandigd; zij namen plaats nadat de opzichters hunne kussens beleefderig hadden opgeschikt: zij groetten, hier en daar, toe naar de ridderbanken; zij wuifden naar de Senatoren de hand; Senatoren stonden op, begroetten hen; er was onderlinge plichtpleging.
Moderne bijenhouders schrijven het verschil in kwaliteit van de honing tegenwoordig toe aan het overheerschen van goede of slechte nektarhoudende oogsten, of aan een vermenging met dat venijn voor de ijmkers: de honingdauw. Maar voor Plinius hangt het geheel af van den invloed der sterren.
Een antieke geest, bijna een Helleensche geest en toch een Romein en toch een modern mensch. Vrienden, laat ons het eerlijk zeggen: dat in ònzen tijd kan bestaan een man als onze Plinius, is een genade der goden, als we een oogenblik aan de goden gelooven mogen.
Wij zijn er, zeide Plinius en hij opende de oogen; Martialis ook; en Cecilius schudde Cecilianus wakker.... In de villa van Laurentum wachtten zijne gasten Plinius af.
Ook lees ik mijn meester dikwijls voor, geschiedenis en poëzie.... Hij hoestte en vervolgde: Zingen mag ik niet meer sedert ik bloed op geef, maar mijn gezondheid is veel beter sedert mijn heer mij zond naar Foruli, bij zijn vriend Paulinus. Berglucht heeft mij goed gedaan. Je heer, de edele Plinius, is wel een goèd meester? vroeg Cecilius.
Op den inhoud? bedacht zich Martialis. Hoor toe, o jonge vriend! En, steeds den beker hoog, zegde hij: Sneeuw niet te drinken maar water, door sneeuw slechts gekoeld, Is verfijning te prijzen van vernuftigsten dorst. Zij juichten; zij klapten de handen. Gasten, meende Plinius; eischt niet méer van onzen goedgeefschen vriend: onbescheiden zouden wij worden....
En het was, op een muil, de dominus. Hermes had Plinius gewaarschuwd en hij kwam in den porticus kijken. De ruiters stegen af, begroetten Plinius. Dominus, zeide hij; ik wilde je beide knapen huren, voor eenigen tijd. Het is groot voorrecht voor mij, alleredelste patroon, zei de dominus; u de jongens te verhuren en alles wat gij mij voorstelt, acht ik onwaardeerbaar voordeel voor mij en voor hen.
Reeds de oude schrijvers maken melding van dit dier als standvastig bewoner van hun vaderland; Aristoteles noemt het Prox, Plinius Platyceros.
Al heb ik twee malen geweigerd Keizer te zijn! Ben ik het? vroeg Plinius. En zij dachten allen het zelfde: dat hun vriend te rijk was om veilig te zijn. Een gril van hem kan mij ook treffen, zei Quintilianus. Ons allen! fluisterden zij. Aan het Hof schijnt te broeien.... fluisterde Frontinus. Een samenzwering?? vroegen zij, zich buigende. Frontinus knikte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek