Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


"Zou da' waar zijn?" riep Charlot verblijd en aanstonds eischte ze dat Marieke er uitscheidde met wasschen, want dat was niet goed en kon leelijke gevolgen hebben. "Wa zal Pallieter blij zijn as'm dat hoort! Lot mij het hem zegge, zolle, ik kan da' goe," zei Charlot. Pallieter ging met Pier en dezes hond over 't water, en dan op weg naar de Begijnenbosschen.

Men verdubbelde natuurlijk de inspanningen, en weinige minuten later was het lichaam van Makatit geheel uitgegraven. De ongelukkige Kaffer lag op den rug uitgestrekt, bewegingloos en was volgens alle waarschijnlijkheid dood als een pier.

Op boot-dagen rijden de karretjes, met hun kleine ruige hitten, in een onafgebroken reeks, propvol Chineezen en kleurige Arabieren, en het gewoel rondom de goederenloods en over de pier duurt van dagworden tot donker.

Een ander dacht een zweefbaan over de pier uit. De ondoelmatigheid van dat middel springt dadelijk in het oog voor allen, die weten dat bij deze redding de moeilijkheid niet was, de schipbreukelingen van het eind der pier naar den wal te krijgen, maar wel om hen van het wrak op het hoofd te brengen. Had er een zweefbaan bestaan, hun marteling zoude nog heviger geweest zijn.

Tot aan zijn hals toe ging hij in het water, maar daaraan stoorde hij zich niet. Hij kwam op de plaats, waar hij wezen wilde, en klauterde tegen de steenen op. Toen volgden zijne kameraden: Van Duyn, Jansen en Schoonbeek. Met hun vieren klommen zij voort over de pier. Stevig hielden zij elkander vast, om krachtiger weerstand te kunnen bieden aan de golven.

Ik kende Pondichéry, doordien ik er op een vroegere reis een week had doorgebracht, en met waar genoegen zette ik er weer den voet op vasten grond, na mijn aankomst aan die lange pier van slecht ineengevoegde planken. Sinds mijn vorig bezoek was het aanzien der plaats niet veranderd.

En terwijl hij hier zoo alleen in dat verlaten woud slenterde en zielsgelukkig was om een boom, stak daarbuiten de wereld vol ellende en miserie, en waren de menschen ziek naar het verdriet en leefden om te sterven. Het viel op hem lijk een blok. Maar ach! wat kon hij er aan doen? Was hij ook geen pier?

En weer kwamen gangen en nieuwe gangen en weer rechte gestalten met strakke, grijnzende gezichten en roerlooze, over elkaar gelegde handen. 'Nu ga ik niet verder, zei de oorworm, 'ik weet hier geen weg meer. 'Laat ons omkeeren, zei de pier. 'Nog één, nog één! riep Pluizer. Verder ging de tocht. 'Het bestaat alles wat je ziet, zei Pluizer onder het voortgaan, 'het is alles waar.

Aan den ingang haast van de havenstraat laten de groote schepen, heengevaren door een ontelbare vloot van prauwen en bruinzeilde visschersvaartuigjes, het anker vallen. Een smalle pier, op gering verkeer maar berekend, langs een aan weerskanten bespoelden weg verlengd, die onder een poort doorgaat en tusschen pakhuizen heen, loopt naar de stad.

Is hij niet tevreden, dan kan hij er maar bij gaan liggen, totdat het betert. Waar blijft uw lekkere vader? In de Blauwe Geit, bij Pier de Knul, zeker? Hij heeft zijn weekloon getrokken, en de dronkaard is reeds bezig met het geld door zijn keelgat te jagen. Wacht een beetje; ik zal hem eens naar binnen gaan sleuren.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek