United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog meer uitgesneden en beschilderde paneelen, elk weer een andere teekening vertoonende; nog meer begraafplaatsen van vermaarde "Daimyo's"; nog meer beelden van vroegere oorlogshelden, half naakt en nu eens groen, dan blauw van kleur, met woeste, grijnzende trekken en gespannen boog of getrokken zwaard.

Men vocht door elkander; tusschen de Onsterfelijken mengden zich wilde, demonische gestalten met fladderende haren en wuivende pluimen, knotsen en bijlen voerend, half naakt en zonderling beschilderd, met grijnzende geluiden en dansende bewegingen.

Hij was in een bedlaken gewonden en een scheef mombakkes grinnikte roerloos op zijn kop. Hij had roode kousen over zijne handen getrokken, en die lagen, vol geheimzinnige kracht, op de tafel. Men kon geen oogen zien binnen de holten van het grijnzende mombakkes. Johan Doxa, eer hij zijn glas vastgreep, vroeg beteuterd: "Anatole, hebt ge geld?" Anatole knikte en zij dronken allebei.

Steven! grijpt deze vervloekte heks, en werpt haar hals over kop van de wallen; zij heeft ons aan den Sakser verraden! Ho, Saint Maur! Clement! schurken, waarom draalt gij?" "Roep maar, dappere ridder!" zei de oude, grijnzende; "roep uw vazallen om u heen, veroordeel hen, die niet schielijk genoeg komen, tot zweepslagen en gevangenis!

Men kon niet begrijpen, dat er ooit eenige smart in Bergen-op-Zoom was geleden. De beenen werden niet moe van het dansen, de ouden van dagen waagden nog eens een horlepiep, en waar was al het bier gebrouwen? Er waren vreemde dingen te zien een Vlaamsche reuzin en een grijnzende neger, de dikste vrouw ter wereld was ook in Bergen-op-Zoom.

Om zich hiervan te overtuigen, heeft men slechts een blik te werpen op de grijnzende, verwrongen, schier verdierlijkte koppen, die men in overvloed in alle kerken van Pisa kan zien, even als op de bronzen deur van het transept van den dom, die voor het werk van Bonanno doorgaat. De geheele geest van de romaansche school was niet gunstig voor de studie der natuur.

En weer kwamen gangen en nieuwe gangen en weer rechte gestalten met strakke, grijnzende gezichten en roerlooze, over elkaar gelegde handen. 'Nu ga ik niet verder, zei de oorworm, 'ik weet hier geen weg meer. 'Laat ons omkeeren, zei de pier. 'Nog één, nog één! riep Pluizer. Verder ging de tocht. 'Het bestaat alles wat je ziet, zei Pluizer onder het voortgaan, 'het is alles waar.

Ziedaar een wraak, mijner waardig." "IJselijk mensch!.... doch bedenk hoe gij u zult verantwoorden. Dat bevelschrift geeft u alleen volmacht over mij." "Wien de koe behoort, behoort ook het kalf," zeide Eugenio grijnzende. "Al wat ik bezit, al wat mij overbleef is het uwe; doch spaar mijn kind!"

Hier en daar ging zoo'n zwart-en-witte tusschen de veelkleurige japonnen en spraken de goedig grijnzende, wijsdoende mannenhoofden tegen de zelfbewuste, pretentieuse meisjeshoofdjes, en ook stonden kale en witte koppen kraaklachend gekheid te maken met de jonge meisjes, terwijl de oudere dames, met 'r dikke grijze haartoeten en stroef-lieverig geglimlach zich bijeengeplant hadden, rechtop, deftigdoend en neigend met waardigheid de gewichtige hoofden.

En welk eene oneindige verscheidenheid in de voetstukken en kapiteelen met hun onmogelijke bladeren en bloemen uit eene fantastische plantenwereld, hun fabelachtige dieren, hun grijnzende en glimlachende maskers.... Eene beschrijving van dit alles te geven is onmogelijk; alleen eigen aanschouwing kan van deze architektonische fantasmagorie een denkbeeld geven.