Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


"Neen, Pencroff," gaf de ingenieur ten antwoord, "dan zal het wezen omdat we verre zijn van alles wat de mensch liefheeft, zijn bloedverwanten, vrienden en geboorteland!"

"Zou men haar niet in de rivier kunnen laten liggen?" "Zeker zou dat kunnen, mijnheer Cyrus, maar die mond levert in het minst geen schuilplaats, en bij oostenwind zou de Bonadventure veel van de golven te lijden hebben." "Maar waar wilt gij haar dan brengen, Pencroff?" "Naar de Ballonhaven," antwoordde hij.

Tegen elf uur bedaarde de wind en werd de zee kalmer; de Bonadventure werd minder geslingerd en ging zeer snel vooruit. Zij had overigens uitmuntend zee gehouden. Noch Pencroff, noch Gideon Spilett, noch Harbert dachten er aan om te gaan slapen.

Toen Cyrus Smith en de reporter weder in de Schoorsteenen terug kwamen, vonden zij Harbert en Pencroff bezig met hun voorraad hout te ontladen. "De houthakkers hebben hun taak volbracht, mijnheer Cyrus," zei de matroos lachend, "en wanneer gij nu metselaars noodig hebt...." "Geen metselaars, beste vriend, maar scheikundigen," antwoordde de ingenieur.

Ik moet met u over allen spreken, en over het eiland Lincoln, waarop gij een schuilplaats hebt gevonden.... Denkt gij het te verlaten?" "Om er terug te komen, kapitein!" antwoordde Pencroff levendig. "Er terugkomen? Ja, Pencroff," zeide de kapitein glimlachend, "ik weet hoezeer gij aan dit eiland gehecht zijt. Het is door uw zorg verbeterd en het behoort u toe!"

Er zouden ongetwijfeld verscheidene boomen ontworteld worden, maar Pencroff troostte zich met de gedachte, dat hem dan de moeite gespaard werd ze om te hakken. "De wind is houthakker geworden, laat hij zijn gang maar gaan," herhaalde hij. Er bestond overigens ook geen middel om hem dit te beletten.

Toen Pencroff den kreet van Harbert hoorde, liet hij zijn wapen vallen en snelde naar hem toe. "Zij hebben hem gedood!" riep hij. "Mijn kind! Zij hebben het gedood!" Cyrus Smith en Gideon Spilett waren ook naderbij gekomen. De reporter luisterde aandachtig of het hart van den armen knaap nog klopte. "Hij leeft," zeide. "Maar wij moeten hem overbrengen...."

Spilett stond stil, zocht in zijn zakken, vond niets en zeide: "Ik had er wel, maar ik heb ze weg moeten werpen." Toen riep de matroos Nab, deed hem dezelfde vraag en ontving hetzelfde antwoord. "Vervloekt!" mompelde hij, zijn gewaarwordingen niet kunnende onderdrukken. Spilett hoorde het, en ging naar Pencroff toe met de woorden: "Hebt gij geen lucifers?" "Geen een en dus ook geen vuur!"

"En dat vocht zal onze rotsen dus doen springen?" zei Pencroff op ongeloovigen toon. "Ja, beste vriend," antwoordde de ingenieur, "en deze nitro-glycerine zal zooveel te meer uitwerking hebben, naarmate dit harde graniet meer weerstand zal bieden." "En wanneer zullen wij dat zien, mijnheer Cyrus?" "Morgen, zoodra wij een gat in de mijn geboord hebben," antwoordde de ingenieur.

"Wanneer de hond teruggevonden is, zullen wij den meester ook weervinden," zeide Spilett. "Ik hoop het!" antwoordde Harbert. "Kom, laten wij voortgaan, Top zal ons geleiden!" Pencroff maakte geen tegenwerpingen. Hij begreep dat de terugkomst van Top zijn voorgevoel logenstrafte.... "Vooruit!" zeide hij.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek