Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Inderdaad was zijn stemming aanstekelijk, want ik zelf lag den halven nacht te hoesten, peinzende over dat vreemde probleem en daaromtrent honderd onderstellingen opbouwende, waarvan ten slotte de een mij nog onmogelijker voorkwam dan de ander. Waarom was Holmes te Woking gebleven? Waarom had hij Miss Harrison gevraagd den geheelen dag in de ziekenkamer te willen blijven?
Ibsen heeft den strijd in zijn hart tusschen zijn wil en zijn peinzende onmacht in twee historische gestalten, twee tegenbeelden, dramatisch geprojecteerd, en 't is door het scherp contrast van licht en donker, een historie van leven geworden, ten minste voor zoover hij die reeds geven kon.
"Inderdaad," zeide Zweder, peinzende: "het getal onzer manschappen komt mij voor, geringer te zijn, dan het behoorde te wezen. Ik zie den Heer van Beaumont niet; noch ook den Heer van Spangen. Wij waren straks ruim zoo talrijk. Zouden er zoo velen door de handen dier papen zijn gevallen? Of is de rest vertrokken en heeft men gedacht, dat er manschappen genoeg bleven om het klooster te winnen."
Integendeel, hij had bij die theeschenkende vrienden vele titels van boeken gezien en hooren noemen, en maakte van die kennis nu en dan gebruik; maar helaas! Hirschig over Seneca had hij nooit gezien, nooit hooren noemen. Wat nu te antwoorden? Ha! hij had nog, meende hij, met Hirschig gestudeerd, en dus kalm en peinzende zeide hij: "Hirschig, bij naam, ja."
28 Zoo namen wij den weg over de afbrokkeling van die steenen, die vele malen door den ongewonen last zich onder mijne voeten bewogen. 31 Ik ging peinzende; en gene zeide: "Wellicht denkt gij aan deze bergstorting welke bewaard wordt door dien beestelijken toorn, door mij zooeven verijdeld.
De peinzende vrouw aan den haard scheen haar woorden niet gehoord te hebben en zag verschrikt op, toen haar dochter vriendelijk zeide: "Wij betreuren dat zeer, lieve Sanna, en wenschen grootmama van harte beterschap." "Is uwe genadige vrouw ongesteld, Sanna?" vroeg de barones.
Hij lag altijd in de modder te slapen, behalve wanneer hij eten kreeg, dat anderen hem brachten. Hij at verschrikkelijk veel. Dat was omdat hij koning was, men wilde graag een dikken koning, dat stond deftig. O, het was prachtig mooi in dien vijver! 'Waarom kun je dan nu niet meer daarheen gaan? 'Nu? vroeg Johannes en keek haar met groote peinzende oogen aan. 'Nu? Nu kan ik niet meer.
Waarop ik, peinzende over deze woorden, als beschaamd van hen heenging; en nog wandelend zeide ik in mijzelf: "Wanneer er zoo groote gelukzaligheid ligt in de woorden welke mijne Vrouwe prijzen, waarom heb ik dan anders over haar gesproken?"
Had de jongen evenals Alcibiades geantwoord: "Bij de goden, Socrates, ik kan het u niet zeggen," dan zou zijn grootvader niet verwonderd zijn geweest; maar toen hij, na een oogenblik op éen been gestaan te hebben als een peinzende jonge ooievaar, op een toon van vaste overtuiging antwoordde: "In mijn buikje," kon de oude heer niet anders doen dan hartelijk met Grootmama lachen, en een eind maken aan het onderwijs in de metaphysica.
Moeder en dochter waren alleen: want de oude barones had de kamer verlaten. Het jonge meisje daar in de diepe vensternis staarde met groote, peinzende oogen naar het lichtend gewemel daar boven; zij knielde naast den stoel harer moeder en sloeg den arm om haar heen; de diep bewogen vrouw hield haar zakdoek voor het gelaat; haar borst ging op en neer onder een zacht geween.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek