Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Daar zag hij niemand, die op Fogg of op Aouda geleek. "Och," dacht hij, "mevrouw Aouda is nog niet op en mijn meester zal den een of anderen whistspeler gevonden hebben, en volgens zijne gewoonte...." Zoo peinzende, daalde Passepartout in de kajuit af. Fogg was er niet: Passepartout schoot dus nog maar één ding over en wel om aan den hofmeester te vragen, welke hut mijnheer Fogg betrokken had.
De peinzende Narcissus boog over het gladde water, en hij hoorde de zuchten der liefde niet. Echo, de aandoenlijke, beminde hem, maar ze droogde uit in onvoldane liefde en, een harde rots geworden, bewaarde slechts hare stem.
De peinzende toon, waarop dit gezegd werd, scheen Andy bijzonder te vermaken; hij bleef wat achter en schudde zoo, dat hij gevaar liep om van zijn paard te vallen, terwijl Sams gezicht onverzettelijk ernstig bleef. "Natuurlijk," zeide Sam, "Mijnheer kan doen wat hij het liefst wil en den tolweg nemen, als hij dat het beste vindt, het is ons hetzelfde.
Wij draaiden een zijlaan in, en de twee jonge dames begonnen met elkander te fluisteren, terwijl ik er naast liep, al bij mijzelf peinzende, wanneer de gelegenheid, waar ik naar verlangde, zich zou opdoen. Eensklaps stond Suzanna stil: "Wat ben ik toch een loszinnige meid," zeide zij: "daar heb ik mijn zakdoek op het toilet laten liggen: wacht! ik ben dadelijk terug."
Het was wel een eigenaardig gezicht: die krachtige en forsch gebouwde ruiter met dat gebruinde gelaat en dat helder flikkerende oog en naast hem dat teere ventje met die smalle schouders, die zwakke borst, dat bleek gelaat en die zachte, peinzende oogen. »Hoe hebben die twee elkaar toch gevonden," dachten de voorbijgangers, wel niet vermoedend, hoe 'n sterke band die twee harten samen bond.
In de heldere blauwe oogen ontbrak, hoewel teekening en kleur volkomen overeenstemden, die peinzende, mijmerende uitdrukking: alles was licht en helder, maar het was een licht geheel van deze wereld; de fraai besneden mond had eene trotsche, eenigszins spottende uitdrukking, terwijl zeker gevoel van meerderheid, ongedwongen aan den dag gelegd, in al zijne bewegingen doorstraalde.
En daarom had het hem, den dertigjarige, verheugd te zien dat de jongeren zoo braaf konden loopen en zich niet bezwaard gevoelden door den zwaren helm en het kolossale schild der hopliten. Zoo peinzende stapte hij door de nauwe, kromme straten der stad.
Feitelijk was hij het zich niet bewust, dat hij te weinig aan Vere dacht en uitsluitend aan de beminnelijkheid van eene blozende Henriëtte. Nu dacht hij aan Henriëtte in het geheel niet meer, en het mag gezegd dat deze uitstekende man geen hoofd had, waar te gelijk twee peinzende beelden konden leven, en geen hart dat tweevoudig bij verscheidene gevoeligheid kon slaan.
De graaf de Lamothe, die in 1815 een vijf-en-zeventigjarige grijsaard was, had niets bijzonders dan zijn zwijgende, peinzende houding, zijn koel, hoekig gezicht, zijn uitnemend beschaafde manieren, zijn tot aan de kin dichtgeknoopten rok en zijn lange beenen, welke, in een wijde bruin gekleurde broek, als hij zat, immer over elkander waren geslagen. Zijn gezicht had de kleur van zijn broek.
Langs den eenen wand, boven den dado, was een drukke groepeering van foto's en photogravures in lijsten, die zijn eigen zoon en Cossar's zonen en andere Bomvoedsel-kinderen voorstelden op verschillende leeftijden en temidden van verschillende omgevingen. Zelfs het peinzende gezicht van den jongen Caddles kon men weervinden in deze verzameling.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek