Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


De man, die de deur opende, zag er ook al tamelijk soldaat-achtig uit, maar op Pauls vraag, of de kerperoal of de miejoor tuus was, kreeg hij kort ten antwoord: "Ik ben cipier. Wat mot je....?" "O, zoo! sepier van de mileteeren," zei Paul: "dan mo'k oe zeggen, da'k as soldoat noar d'Oost wou. Umda'k er een buuten zag loopen, docht ik wel da'k hier terecht zou wêzen."

Hartelijk was de liefde, die de broeders haar toedroegen; Menig teeken van genegenheid gaven zij haar, Soms een schitterend geschenk en dikwijls kleinigheden, En ten laatste een mes met zilveren heft. En versierd met goud; dat gaven zij hun zuster. Toen Pauls jeugdige gade dit had gehoord, Verhief haar boezem zich van jaloezie: En zij riep verwoed tot de gade van Radool: "Ach zuster!

Eindelijk 't zien was niet het eerste, veeleer 't voelen, 't zich er in gaan voelen opgenomen kwam toch Pauls bewustzijn tot het wijd-heelal rondom hem, hoorde hij ook 't suizelen van 't gebladert, zag hij 't breede watervlak, en dan den overkant..., en keek naar boven, staarde naar het blauw dat aldoor wijder werd en glanzender van verten tintlend onder zijn blik.... Hij keek de wolken na die dreven in statigheid, over zijn hoofd....

Zij gevoelde zich zoo gelukkig, dat iedereen feestvierde en lachte en danste, alleen omdat zij met haar Georges ging trouwen; zij gevoelde zich steeds als een jong vorstinnetje, dat men huldigde, steeds huldigde. Want Pauls overmoedige stem deed alle andere groepjes naar de serre stroomen, naar de "residentie van het hof", zoodat het er stampvol werd en men er zich ternauwernood kon bewegen.

'k Het niet zooveul um van te lêven...." Teunis toonde zijn vlakke hand: "A'j gevuul in 't lief hebt, dan zu'j Pauls voader, die de jong in 'en soes oan oe afsting, niet op dreug loaten.

Waarop Pauls jonge gade, toen zij dit merkte, Zich 's avonds heimelijk spoedde naar den tuin, Waar zij Pauls grijzen valk den nek omdraaide Toen spoedde zij zich naar haar echtgenoot en zei: "Uw zuster, die gij liefhebt, is die liefde onwaardig, En uw gaven zijn aan deze onwaardige slechts verspild, Zie! Zij doodde Uw lievelingsvalk." Paul ondervroeg Yelitza, zijne zuster.

De emoties vóor Pauls engagement, zijn huwelijk daarna hadden haar een wijle uit die dofheid kunnen oprichten, nu, nu haar kind bezat wat hij verlangde, verviel zij weder geheel en al in haren weemoed, stierf zij, nog levend, langzamerhand geheel en al uit het leven weg. Bij de Verstraetens was het stil, en dikwijls weende Marie bitter.

Pauls verwarring schreef hij toe aan 's mans verlegenheid, zijn meisjes-vrees, van ouds bekend; ijdel lachend troostte hij z'n bruid door op te merken dat ze binnenkort meer samen zouden zijn, en hield, op ietwat plagerig-vaderlijken toon, aan Paul voor dat hij toch op moest passen niet zoo heelemaal te ontwennen aan den omgang met beschaafde meisjes van z'n eigen stand; dat was toch zoo goed; ook zou Paul toch zeker heel graag eens wat beter kennis maken met zijn aanstaande schoonzus.... Hij had intusschen gedaan met dejeuneeren, stond haastig op, zocht op den schoorsteen naar zijn halve sigaar, die hij bij 't binnenkomen daar had weggelegd maar hij stak het endje niet in de kamer aan ; toen kuste hij zijn bruid, gaf den anderen een knikje, lachende van ingenomenheid met eigen doen.... en ging de deur uit....

Frédérique had met een glanzenden glimlach Etienne's aankondiging gehoord en gezwegen. Den dag van Pauls komst zag zij met dien zelfden glimlach in den spiegel, rozig van gezondheid.

Dit was een passage waarin Pauls lyrische weekheid tot zijn recht kwam en Eline hoorde, als glimlachend en voor goed uit den droom ontwakend, hoe melancholiek en lief hij dit vermocht voor te dragen. Een wroeging omving haar: zij gevoelde het, dat zij zooeven hem in haar genot overjubeld had; ze zou nu oppassen....

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek