United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij kende God, had zij dikwijls beweerd, en als ze iets goeds deed, voelde ze duidelijk de zegening van God in haar binnenste. Of pastoor Sluyter, die vroeger wel eens aan huis kwam, haar dat had geleerd, dat wist de Stuwen niet. Maar hij merkte elken dag, hoe gelukkig of haar geloof Mathilde maakte. Daarom sprak hij er zoo weinig mogelijk met haar over.

"Aangenome," zei de pastoor en hij kwam met zijn speeltuig op het schuitje. Zij vaarden terug naar de Nethe, en als de open velden rond hen lagen, begon hij weer te spelen, terwijl Pallieter riemde en Marieke roeide.

Evenwel zeide hij, toen het eten gedaan was: "Mijnheer de pastoor van den lieven God, dit alles is zekerlijk voor mij te goed; maar ik moet toch zeggen, dat de voerlieden, die mij niet aan hun disch wilden toelaten, beter eten dan gij. "Onder ons gezegd, deze aanmerking krenkte mij eenigszins. Mijn broeder antwoordde: "Hun werk is zwaarder dan het mijne."

Een poos bleef onze pastoor dwalen tusschen de dichte slingerplanten, zorgvuldig vermijdend de doorns, die zich aan zijn grofwollen kleed vasthechtten als wilden ze hem tegenhouden, en de wortels der boomen die boven den grond uitkwamen en ieder oogenblik een onervaren voetganger zouden doen struikelen. Plotseling stond hij stil: vroolijk schaterlachen en frissche stemmen troffen zijn oor.

"Van wien spreekt u?" vroeg hij bevend. "Van wien zou ik anders spreken dan van dat mispunt, dat me uitdaagt voor een duel op de revolver op honderd pas?" "O!" riep de pastoor, die weer op adem kwam, en voegde eraan toe: "Ik kom u over een zeer dringende zaak spreken." "Valt u me toch niet lastig met zaken, 't zal wel weer net zoo wezen als met die jongens!"

De pastoor van Cormiers komt er de Mis lezen, en aangezien hij daarvoor meer dan twee mijlen af te leggen heeft, komt hij slechts eenmaal in de veertien dagen. De huizen, een twintigtal bouwvallige spelonken, liggen langs den straatweg verspreid. Voor de deuren daarvan morrelen de kippen in den mesthoop.

"Och," zei de pastoor tot Marieke, "'t zal mij zoo vare, zonder den Bruur te zijn," hij schudde zijn hoofd en zuchtte. "Kom," troostte Marieke, "zoe erg zal 't ni zijn, er is immers nog Fransoe." "'t Is tijd!" juichte Pallieter tot de voortlamenteerende Charlot. "Oep de wage!" en hij sloeg den met hooi gevulden tweezak over zijn schouder.

Allen stonden over haar prachtig uitzien verbaasd, en vooral Sancho Panza, die intusschen teruggekeerd was, kon niet ophouden haar te bewonderen, en verklaarde haar voor de schoonste dame, die hij nog ooit in zijn leven gezien had. Hij vroeg heimelijk den pastoor, of die niet wist, wie zij was. "Zeker weet ik dat, vriend Sancho," antwoordde de pastoor, om den schildknaap wat te foppen.

"En er blijft weinig hoop op genezing!" "Ziek in het hoofd? Zot, wilt gij zeggen? De pastoor schijnt zulks ook te denken; maar het is niet waar: mijn meester heeft te veel verstand en te veel geleerdheid, ziedaar de eenige oorzaak van zijn ongelukkig lot." Ondertusschen had de vrouw de spijzen opgediend. "Mijnheer Willem," zeide zij, "gelief u daar bij de tafel te zetten.

De krankzinnige zal besmet worden!" schreeuwde men uit de menigte, doch niemand waagde het, hen te naderen. "Zie je dat licht daar in den toren? Dat is mijn zoon Basilio, die komt aan een touw naar beneden! Zie je dat daar verderop in 't 'klooster'? Dat is mijn zoon Crispin, maar ik zal ze niet zien, omdat de pastoor ziek is en veel goud heeft, en het goud raakte weg.