Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Toen gebeurde het op een dag, dat Nino geld noodig en hij wist geen beter middel dan naar den pastoor te gaan, niet naar don Matteo, maar naar zijn voorganger, den ouden don Giovanni. "Uw Hoogeerwaarde," zei Nino tot hem, "mijn broer verzoekt u om vijf honderd lire." "Waar moet ik vijf honderd lire vandaan halen?" zei don Giovanni. "Mijn broer heeft ze noodig, dringend noodig," zei Nino.
Hoe!" ging Welting eenigszins bedaarder voort: "hoe, mijn oude vriend zal toch niet kleingeestig genoeg zijn, om den geestelijke 't zij dominee of pastoor iets anders dan een gewoon mensch te noemen? Neen vriend, je weet zeer goed dat wij voor den grooten Rechter allen gelijk zijn en dat ieder voor zich rekenschap van zijne daden zal moeten afleggen."
Alleen Simon Peter keek hem niet aan en tuurde droomend naar een hoekje van de zoldering. Zoo is, fluisterde vóor zich heen de traag-peinzende pastoor Doening, zoo is de gramschap van God. Mijnheer du Bessy hing hijgend aan Sörge's lippen. Wat, vroeg hij, hebt gij dan gedaan? Ik? zei Rupert glimlachend, wat zoude ik doen? Ik kon niets. Ik was onmachtig.
Toen de burgemeester hem sprak over de zaak die je weet, heeft hij niets dan goed van me gezegd, en er niet aan gedacht het minste bezwaar op te werpen. Maar ik zie dat je een ernstig gezicht zet. Kom, heb maar geen zorg: hij kan toch niet met ons mee in de 'bangka." Er klonken lichte voetstappen: het was de pastoor die naderbij kwam met een gedwongen glimlach op de lippen.
"Toch niet op de mijn?....." "Te Amstenrade. Er zijn gewonden, verschillende...." "God in den hemel, mijn jongen! Willem. Zeg het me, wat is er!" "Verschillenden zijn er getroffen, ook van Brunssum. Maar...." "Waarom zoudt gij hier komen als er niets was? O, mijnheer pastoor. Is er iets met Willem? Is hij erg....?" De vrouw verborg het gelaat in de handen.
Wat wachtte hij dan? .... Ik kon 't toch maar weten nu, als men hem wegrukt, nu ja, dat ik hem liefheb boven alles .... Maar ik wist het niet. Dat hij u liefhad, wist ge toch? Hij? Doet hij dat zeker? Wat vraagt ge mij allemaal, Vere? Hoe zou ik dat weten? Hoe wisten wij 't dan? Het was toch zichtbaar, zou ik denken! Pastoor Doening en Ernest wisten het ook.
Neen, zei pastoor Doening, het is een massief en vlak hartje; het kan niet opengaan in twee helften en het is niet geschikt om rond den hals of op de hand te hangen. Het is te klein ook. Het is zoo maar een klein, klein hartje .... om te bewaren in een schrijn. Iedereen vond dit van zeer uitgelezen smaak.
Om zich zonder omstandigheden te kunnen aansluiten, kwam de pastoor met open armen op Don Quichot toe, viel hem te voet, omhelsde zijne knie en hield eene toespraak tot hem, die zoo rijkelijk met vuistdikke bloemen en pluimpjes voor den dolenden ridder doorspekt was, dat Don Quichot zelf hem en die bij hem waren uitnoodigde, met hem te gaan.
Langzamerhand zakte zijn hoofd op zijne borst neder, en zijne blikken lagen vast op de blanke tafelbedekking, met al de andere blikken, en tusschen de schoon-uitgebeitelde voeten van de vijfarmige kandelaars. Zoo vond pastoor Doening het treurende gezelschap. Hij kwam binnen zonder gerucht, groette stil, verwonderd. Hij was een groote zwarte gestalte in het licht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek