Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 oktober 2025
Hij zag, tegen de zwarte diepte van het rijtuig het droef-bleeke gezicht van Oomken boven het glanzende boordje en de helwitte das. Daarnaast, precies verder in de donkerte, het stilopklarend hoofd van pastoor Doening, die droomend, langs de portière, uitkeek naar de zon. Hij voelde altijd een onduidelijk ongemak, in de aanwezigheid van den ouden droomenden man ....
's Avonds, toen pastoor Doening naar zijne gewoonte zich bij Vere onder het hooge schouwkleed had neergezet en Ernest met Oomken de eetzaal verlieten, liep Francine naar Vere toe, knielde vóor haar en begon in haren schoot te weenen.
Oomken wilde met eene aardige bespiegeling opduiken, betrekkelijk de zeer ordelijke levenswijze van den god Kronos; maar hij werd onderbroken door het getrippel van een paard vóor de deur en de intrede van Ko, die mijnheer Sörge kwam aanmelden. Ko, vroeg Francine scherp, is Joep gezadeld? Ik weet het niet, juffrouw, ik heb althans geen orders ontvangen .... Ik wil zien ....
Hij zat vóor het ronde tafeltje en Francine, die kort daarop binnenkwam, vond hem in groote beslommeringen bezig met het opstellen van een feestmadrigal. Oomken, vroeg ze terwijl ze boog over hem en met frissche lippen een vluggen zoen op zijn voorhoofd lei, wat maakt ge dat u zoo zwijgend houdt? Hij lachte luid en dook onder zijn arm het kleine blad, waar rekewijs de korte verzen vlekten.
In het scherpste oogenblik van zijne smart, terwijl Vere, weer ontwakend, hem ginder aan den verren bedhoek bemerkte, beloofde hij in zijne verwarde gepeinzen dat hij het verzenbundeltje, waaraan hij de laatste hand had gelegd, vernielen zou. Oomken, zei Vere, waarom kijkt ge zoo droef? Ge hebt me altijd gaarne gezien.... Oomken beet op zijne lippen.
Hij merkte mijnheer du Bessy's wanhoop, maar wist geen raad. Ernest was in de groote kamer met pastoor Doening, zei hij. Hij sprak bijna fluisterend. Hij nam Francine bij de hand, nadat hij de gevallen bloemen had opgeraapt. Hij leidde Francine uit het schemerige salon en Vere volgde met Oomken. In het kleine nevenplaatsje leefde fraai en kwistig de Meizon.
Nu moest ze al de geschenken bewonderen, het theeservies van Ko, de pluimen boa van Oomken, den mooien halsband van Francine, het marmeren kinderkopje van Peter en het heel lichte ronde schrijn dat er zoo geheimzinnig uitzag en dat Doening uit een vouw van zijn sluier nam. Iedereen deed met gretigheid het een en andere opmerken dat inzonderheid merkwaardig was.
Dat moeten wij, en zoo rap mogelijk; anders wordt dat vergeetachtig Oomken bovendien nog onbeschoft erbij! Mijnheer du Bessy voelde iets over zijn rug kriebelen, en de kleur, die op zijn geschoren kinnebakken was uitgeschoten, nam vreeselijk toe. Hij zette zich te mummelen. Niet flauw zijn, sprak hij; als er wat op touw was, kon men mij wat vroeger verwittigd hebben.
Laat mij de heerlijke sjaal herzien, dien ik van u gekregen heb, Oomken .... Ja, hij zou de sjaal halen. Men bracht de Indische sjaal die, over al zijn teekeningen heen, eene schoone oranje kleur vertoonde. Vere liet er hare handen langs gaan, betastte de zoete stof en, seffens huiverende, trok hem over hare armen tot onder hare kin.
Waarom spreekt gijlie nu niet meer? Ze smeekte. Ze ging Vere kussen en weende op Vere's schouder. Simon vertrok schielijk; hij zou eens gaan kijken, en ze moesten alle drie wachten tot hij terugkwam. Francine bad: Wat hebben ze met moederken gedaan? Oomkelief, waarom moet ik wachten? Waar is Ernest? Oomken stotterde, mompelde tusschen zijne tanden, kon niets dan schuddebollen. En Vere zweeg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek