Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Dat waren de trekken der bekoorlijke Hagenlelie; de trekken der vrouw die hij aanbad.... Doch dat kind aan haren boezem!?.... Die zuigeling, waar zij met moederlijke liefde op nederzag?.... Het was hem onverklaarbaar. Het was, naar zijne meening, eene ongerijmdheid.... Doch neen, een licht ging er voor den nadenkenden jongeling op. Deze beeltenis moest het portret van Adelgondes moeder zijn.
Hetgeen voorwaar niets anders is dan God aan het noodlot onderwerpen, ongerijmder dan hetwelk wel niets van God beweerd kan worden, van wien wij toch aantoonden dat hij zoowel van het wezen aller dingen als van hun bestaan de eerste en eenige vrije oorzaak is. Daarom is het ook niet noodig dat ik nog meer tijd verspil met het weerleggen van deze ongerijmdheid. Stelling XXXIV.
Er is b. v. geene wet in de natuur der spraakorganen, die ons verbiedt te zeggen hard, geld; zegt men hart, gelt, gelijk hier, dan heeft men durus en cor, pecunia en valet, door elkander geward. Men vindt hier ook hooft, in plaats van hoofd; doch niemand heeft ooit anders gesproken of kunnen spreken dan hooft, en de spelling met fd is eene ongerijmdheid, ten minste zoo oud als Kiliaan.
Zij dacht aan de voorliefde voor reuzen van den ouden Pruisischen koning en lachte om de ongerijmdheid van die gedachte-associatie terwijl zij haar hand terugtrok. "Ik ben blij, dat u vandaag hier bent gekomen," zeide hij en sprak toen onhandig vlug door om er een verklaring aan toe te voegen, die door den warmen glans in zijn oogen werd weersproken.
Ook die plaatsen der eere, onveranderd gebleven zooals zij oorspronkelijk waren, spreken van dien tijd, toen Kerk en Staat nog één waren, toen de Overheidspersoon, niet slechts als Christen, als lidmaat, maar ook dikwijls vooral als Overheidspersoon ter kerke verscheen; toen van den hoogen kansel herhaaldelijk vermaningen en bestraffingen klonken, die niet den broeder, niet den medechristen, golden, maar den Regent, en toen wederkeerig uit de ronde bank daartegenover de Regent niet zelden met gefronst gelaat, met toorn in 't oog en een krampachtig bijten op de lippen, zat te luisteren naar de verwijtingen, aan de Wethouderschap gedaan en hij bij zich zelven den Leeraar een berisping op Burgemeesterskamer, misschien wel eene schorsing of uitzetting beloofde, ten einde 't hem af te leeren zich met de politiek van den dag te bemoeien of althans daaromtrent andere gedachten te durven hebben dan de "Heeren". In onze dagen, nu Kerk en Staat gescheiden zijn, nu de leden der Wethouderschap meermalen niet tot de vroeger heerschende Kerk behooren, nu de Predikanten geen staatkunde meer op den kansel brengen, nu, zoo al geen zuiver plichtsbesef, dan toch stellig geen politiek doel de lieden ter kerke drijft, nu geen maatschappelijke rang of stand in de bedehuizen meer in aanmerking komt, zijn de Hooge-, Overheids-, Raden-, Commissaris-, Krijgsraadsbanken enz. een ongerijmdheid geworden en zoo men ze nog behoudt, het is alleen om door te werken op de ijdelheid van hen, wien men er eene zitplaats in verkoopt, de kerkelijke kassen te stijven.
Het is mij of ik opnieuw geboren ben, tot nieuw leven en tot nieuwe kennis. De gedachte aan de ongerijmdheid van den vooruitgang vervolgt mij. Met wijzen en dommen, met jongen en ouden spreek ik over niets anders." Op weg naar Samara hield Tolstoi zich eenigen tijd op te Kazan, waar hij o.a. Wladimir Iwanowitsch Joeschkoff opzocht.
Immers hij wist niet of er werkelijk een straat achter dat tuinmuurtje was; bovendien gevoelde hij de ongerijmdheid dat hij als dokter, nog na middernacht zijn eigen rijtuig zou rijden, en zoo ja, dan niet tot voor de deur der woning waar hij wezen moest.
Welnu dan: In zijn betoog, dat er 1° geen menschelijke aandoening in kunst gebeeld wordt of zij is door de productieverhoudingen gespecialiseerd waarin ik het volstrekt eens met hem ben en, 2°, dat die gespecialiseerde en door hem-zelf als half-verworden gekenschetste menschelijkheid de kern van kunst uitmaakt en onze bewondering, genot en opgeheven-worden veroorzaakt, 't geen ik een evidente ongerijmdheid acht slaat hij twee vliegen in een marxistischen klap.
't Was onmogelijk! Maar ook, de dwaze onderstelling van tante Hermine, als zou Jacoba's zenuwlijden het gevolg zijn van een, door hém teleurgestelde liefde....? August meent juist in dezen brief het bewijs van de ongerijmdheid dier onderstelling te vinden.
Onze godsdienst berust op zekere grondslagen," zeiden zij mij. Of ik haar al verzekerde, dat ik eene soort van christen was, wilden zij hier niet van hooren en beriepen zich op mijne eigene woorden. "U zegt immers, dat uwe geestelijken en bisschoppen trouwen, niet waar?" De ongerijmdheid, dat een bisschop eene vrouw had, trof haar bijzonder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek