Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Zij zit niet vóór ons als eene eenzame, die zich aan onze onbescheiden blikken blootstelt; ze heeft tegenover zich een, dien ze genegenheid toedraagt. Het is, alsof we in de ruimte rondom haar de aanwezigheid voelen van den persoon, tot wien haar glimlach zich richt. Die aanwezigheid spiegelt zich in haar oogen, om haar mond, op geheel haar gelaat.
Iemand zonder protectie, zonder wereldkennis, zonder kennis van den dienst, zonder practischen aanleg maar met eene kolossale eigenliefde! Ja, zoo is mijn maatschappelijke toestand! Laat ons nu eens zien, hoe mijn persoon is. "Ik ben leelijk, onhandig, onzindelijk, en zonder maatschappelijke vormen. Ik ben prikkelbaar, lastig voor anderen, onbescheiden, onverdraagzaam en schuchter als een kind.
Mijn eenig leedwezen is, dat ik de vrienden niet tot mijnent kan ontvangen; want helaas! dat gedoogen mijn omstandigheden niet. Anders, wij mogen een gast inleiden: en ik zou mij het tot eer rekenen,... maar het ware al te onbescheiden, zoo iets te durven hopen."
Zóó was de eerste indruk van ons protestanterig vrydenkertje. Een adres stond niet op den brief, doch in-plaats daarvan, 'n datum van 'n maand of wat oud. Gelukkig dat Wouter zich 'n oogenblik bezon, voor hy den omslag losbrak. Reeds was z'n onbescheiden vinger daartoe gereed, toen-i zich nog juist by-tyds verweet dat het stuk onmogelyk aan hem kon gericht zyn.
"Frits! weet jij waar de jonker logeeren moet?" "Zeker generaal! Ik heb de reistasch van mijnheer al boven gebracht." "Zoo! hadt gij een reistasch bij u?" vroeg de generaal met een glimlach, mij met eenig opzet aanziende. "Wat zal ik u zeggen oom! Was het al te onbescheiden, bij goede ontvangst op een paar dagen gastvrijheid te rekenen?"
De Kirghizen hebben een opmerkelijke eigenschap; als zij eenmaal weten, dat men hun geen kwaad zal doen, worden zij verregaand opdringend en onbescheiden. De koumiss vloeide in stroomen, en Abbas onthaalde hen, bij wijze van contra-beleefdheid, rijkelijk op thee, die vooraf in een grooten ketel werd klaargemaakt.
Maar ik geloof, dat die vraag minstens toch zeer onbescheiden zou zijn geweest immers wie onzer is gewoon den arme, dan blinde, den kreupele zoo aanstonds zijn kostbaarheden in den schoot te werpen!
Hoe bereikt gij zulk eene groote diepte, waar gij, dunkt mij, een toenemenden weerstand moet ondervinden, die slechts door honderden atmosferen te meten is? Hoe stijgt gij weder naar boven? In één woord, hoe blijft gij op de diepte, welke gij wilt? Ben ik misschien onbescheiden door u dit te vragen?"
"Zoo, zoo," antwoordde de heer Van Nagel; "nu, wees gerust. Ik zal de zaak onderzoeken. De Maete zal niet naar de West-Indiën gaan. Eéne vraag, zoo het niet onbescheiden is: waarom beijvert gij u zoo zeer voor iemand, dien gij in 't geheel niet schijnt te kennen?" Die vraag maakte mij verlegen, hoe vriendelijk de oogopslag ook mocht wezen, waarmede de baron op mijn antwoord wachtte.
Deze uitdrukking van goedheid, zachtheid, inschikkelijkheid, moedigde de onbeschaamde vermetelheden maar al te zeer aan, en dit was voor 't arme meisje een reden tot voortdurende verlegenheid. De lichtzinnige jonge mannen, de zoogenaamde "geluksvogels", bedroefden met hun onbescheiden achtervolgingen dit gebroken hart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek