Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
"Die zelfde oom, een apotheker of drogist, heeft hem naar Antwerpen doen komen, om hem zijn ambacht te leeren; maar nog geene zes maanden of hij moest hem wegzenden. De jongen gedroeg zich slecht en zijne onoplettendheid deed zijnen oom vreezen, dat hij bij misgreep de klanten zou vergiftigen...." "Laster van nijdigaards," wedervoer de vrouw.
Ik had dus den noodigen tijd om weder op het vlot te komen. Niet zonder eene zekere ontroering maakte ik mij gereed om mijne taak te vervullen. Na een korten maaltijd gingen mijn oom en de jager scheep, terwijl ik op den oever achterbleef. Ik was voorzien van eene brandende lantaarn, die mij dienen moest om de lont aan te steken. "Ga, mijn jongen!" sprak mijn oom, "en kom dadelijk weder bij ons."
Oom Frans was langzamerhand zoo gewend aan teleurstellingen, dat, als op dit oogenblik een groot verdriet hem getroffen had, hij het zijn geheele leven zonder morren op zijn schouders gedragen zou hebben doch het geluk dat hem hier aangeboden werd, was zóó groot en zóó nieuw, dat het hem volkomen overweldigde. Zachtjes ging hij de kamer binnen.
"En dat is nu de geschiedenis, mijn zoon," zeide mijn oom Matthijs, en stond op: "als ge verstandig zijt, dan kunt ge er een voorbeeld aan nemen." Ik stond ook op en ging naar het venster, en liet mij de geschiedenis door het hoofd gaan, en keerde mij eindelijk om en zeide: "Eene dwaze geschiedenis, oom! Gij hebt anders wel betere geschiedenissen verteld."
Het aantal mogelijke gevallen op dit gebied is als dat der sprinkhanen in menigte. Mag een man trouwen met de bruid van zijn overleden broeder? Mag een jonkman trouwen met de bijzit van zijn oom?
Hoe is in dien toestand verandering te brengen? Zelfs de stoutmoedigsten wagen het niet, zich rechtstreeks tot Zijne Majesteit te wenden; de meer vreesachtigen durven zelfs hunne oogen niet opslaan tot Hishmet ed-daoeleh, een prins van den bloede, oom des Konings, een machtig en hardvochtig heer.
Uit den tuin kwam Etienne met Cor, den achttienjarigen zoon des huizes, die adelborst was en nu met groot verlof op de Horze vertoefde; hem volgden de meisjes en de jongens, Willy en Gustaaf, uitgelaten van scherts om hun Engelschen oom Howard, dien zij niet begrepen en die Hollandsch van hen moest leeren. Dag Nily! zeide Otto terwijl hij Eline naderde.
En zij had toegegeven en zong: "Wat is voor de meesten het Leven? Alleen verdriet! De grondtoon van alles in 't Leven? Alleen verdriet!" . . . . . . . . . . . . Maar toen het uit was, had zij zichzelf plechtig beloofd, dat het lang duren zou, vóór zij oom Frans weer ten eten vroeg.
De pastoor drukte echter het nichtje op het hart, haar oom toch met de meeste zorg te verplegen en in 's hemels naam toe te zien, dat hij nog niet eens ontsnapte en als dolend ridder het land op stelten zette.
"Frits! weet jij waar de jonker logeeren moet?" "Zeker generaal! Ik heb de reistasch van mijnheer al boven gebracht." "Zoo! hadt gij een reistasch bij u?" vroeg de generaal met een glimlach, mij met eenig opzet aanziende. "Wat zal ik u zeggen oom! Was het al te onbescheiden, bij goede ontvangst op een paar dagen gastvrijheid te rekenen?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek