Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Hij begreep niet, dat hij niet altijd het zoo had opgevat, als hij thans deed. Zijn studententijd rees even, als een periode van jongensdartelheid, voor zijn geest, maar hij herinnerde zich tevens, hoe oom Verstraeten hem in die periode telkens had voortgedreven tot een examen, en van dat examen tot een ander examen.
"Oom te zeggen valt mijne allerliefste nicht altijd wat zwaar, en dat is mijne schuld. Vous voil
"Dat was een geheel ander geval, Pieter," antwoordde de oom. "Het was toen een geheel andere tijd, en daarenboven De Ruyter voer ter koopvaardij. Ook was hij een ondeugende knaap, en zooals vader Cats zegt: De zee maakt dwee." "Maar kan ik dan ook niet ter koopvaardij varen, oom?" "Dat kun je. Maar je vader zal het nooit toestaan, dat je ter zee vaart.
Maar, dokter, wat beteekenen die vragen? Wat wil men van mij?" "Die oom van je in Amerika is gestorven en heeft geld nagelaten aan je vader." "Mijn vader is immers dood!" "Maar jij bent zijn erfgenaam en daarom komt dat geld jou toe! 't Is een kapitaaltje, dat..." "Dus zou ik rijk worden, ik?" "Rijk, neen, dat is het woord niet, maar..."
Maar daar schoot haar iets te binnen, dat haar als lood op het hart viel: Mina had van een voornaam kunstenaar gesproken, die waarschijnlijk bij haar oom dineeren zou en die uit den Haag moest komen; zoo d
"Ja, natuurlijk!" zei hij, "dus moet dat allemaal een beetje gauw gebeuren.... Maar 't kan nog wel!.... Laten we nu maar eerst naar je moeder gaan, en dan loop ik nog even voor 't eten naar oom...." "Ja," zei ze, "goed!...." En ze gingen op weg.
"Maar wat had de admiraal Van Wassenaar in al dien tijd gedaan, oom?" "Die had gevochten als een leeuw.
"Oom!" riep ik, toen ik binnenkwam, en mijn hoed rolde voor mij uit de kamer in, zoo was ik ontsteld. "Jongen," riep hij, "wat wilt gij?" "Wat wilt gij?" riep ik. "Ik wil dat, wat gij niet wilt!" zegt hij. "Neen, ik wil weêr!" riep ik.
Zoo goed mogelyk luisterde hy naar de gesprekken om hem heen. De graad van belangrykheid der opmerkingen die hy hoorde maken, herinnerde hem eenigermate aan de godzaligheid van pater Jansen, die hem zoo erg was tegen-gevallen. Al die voorname heeren zeiden òf gewone dingen, òf erger. De Holsma's waren de eenigen die niet spraken. Eens slechts hoorde hy Oom Sybrand die naar 'n loge wees, iets zeggen, en 't kort gesprek dat daaruit voortvloeide: Ik denk dat ze dáár zitten zal...
Hans door den schok half omgeworpen, kon een kreet van pijn niet bedwingen. Ik begreep waarom, toen ik, mijne handen in de vloeistof stekende, op mijne beurt een geweldig geschreeuw aanhief: de bron was kokend heet. "Water van honderd graad!" riep ik. "Welnu! het zal bekoelen", antwoordde mijn oom.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek