United States or Hungary ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij hebben 'nen keer gespeeld in een tuin .... Er hingen roode bessen in de struiken .... en onze hond sprong langs onze beenen .... En we hebben 'nen keer een nest met eiertjes gezien tusschen de vliertakken .... Eens dat het sneeuwde, hebt ge verteld van de sterren en den Kersteman .... Johan heeft me eene pop gegeven, die een touwtje had, in den rug, om ze te doen spreken.

Al de koppen staken bijeen en iedereen luisterde, met den glimlach al op den mond, terwijl zij hun borreltje vasthielden, en een vrouw namen in hunnen arm. Het boerken vertelde een zeer fijn-dubbelzinnig verhaal van nen koster en de pastoor zijn meid. En wie van die daar zaten kende er niets in dien aard?...

Hier raakte het eventjes de handen van onzen gast aan, en deze voelde, dat ze gloeiend heet werden. "Hola, kerel, denkt ge mij te verbranden?" riep Jan. "Herbegin maar niet, of ik zal u 'nen anderen dans leeren". "Hef dien steen op", sprak de geest. "Hef hem zelf op, als ge niet te vadsig zijt", zei Jan.

Als zij weer eens goed van 't lekkere bier genoten hadden, riep Pallieter: "Alle gauwkes nog nen dans!" 't Was nu nen polka. Weer nam hij hetzelfde meiske, en zij dansten dol en wild.

"Tuttuttut, ou schuld!... 'n Zij ne kier zeu onneuzel niet!" bromde hij. "Dat 'n es niemans schuld; hij hij da woarschijnlijk al nen tijd in zijn lijf hangen."

Blaif maor liggen zulle, daor kommen er nog meer. We zullen portaon dien Roôrok 'nen kier zainen zin geven! Blaif maor liggen, manneken; gai ligt daor goed!" zeî een Vlaamsch matroos. "Ik kan wel opstaan, hoor," antwoordde Jonge Kees, maar juist toen hij hiertoe pogingen aanwendde, gaf de Zuyerhuys het tweede schot en de knaap kwam nu met het hoofd tusschen de voeten van den Antwerpenaar terecht.

Mijn oude is versleten, Mijn moeder mag 't niet weten, Mijn vader heeft geen geld, Heeft het al op hoopen gesteld. Tiel: Muis, muis, gimme een tand, Die der noot meer uit kan. Vlaanderen: Muize muize manneken, Geef mij een ander tanneken, Liever 'nen tand van been, Als eenen van steen. Dat de muis, het knaagdier, hier als sympathetisch tooverdier geldt, is duidelijk.

Fon thjus burch welde hju lik en efte moder, navt to wille fâr men over hira folgar ånd tham hjara selva forth Kåltana hêton. Men tha Gola weldon by grâdon over êl Brittanja, thåt kêm ênis dêlis that hju nên mâr burga nêde, twyas that hju thêr nên burchfâmna nêde ånd thryas thrvchdam hju nên efte foddik navt nêde.

't Was toch schoon: gracielijk als een reiger, zonder schok of stoot, veerde het kalm door de lucht, met zijn vleugelen en zijn staart schrilwit op 't warme blauw. De lucht was vol stralen geronk, en al de menschen in het dal liepen van hun werk en uit hun huis, en zagen naar omhoog. "Nen engel heet er ni aan," zei Pallieter stil. "Neeë," zei Marieke, "ik kan man oege ni geloeve!"

Iederen avond, dat was nu zeker wel ruim veertig jaar geleden dwaalde daar in de buurt een kasteelhond. "Wa ès da ne kastielhond?" viel Rozeke hem met groote oogen van belangstelling in de rede. De oude boer haalde zijn schouders op. "Da es nou gelijk," sprak hij, bijna korzel, "nen hond, ne kastielhond, niemand 'n weet precies wa dat dat es. Moar loat mij ne kier veurt vertellen."