Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Proestend en met den kop schuddend springt het dier van zijn schoot, als hij 't eindelijk loslaat; het blaast nijdig tegen zijn meester, die grijnzend zegt: "Lekker, ? ! , ! ! Heb ik je nou getrakteerd, heb je 't goed bij den baas? ! ! !"

Jij zult niet eens begrijpen wat hij zegt: hij praat met véel te mooie, dichterlijke woorden dan dat jij hem begrijpen kunt! Maar ik begrijp hem wèl! De senex wilde nijdig antwoorden. Maar het scheen, dat hij zich bedacht. En hij liep den heuvel op, en zeide: Cecilianus, ik ga met Johannes meê, op het schip, dat hem van Ostia naar Patmos zal brengen. Ik zal je nooit meer terug zien.

De hond is bijna altijd het evenbeeld van zijn meester; wie den een ziet ziet den ander. Laat mij uw hond zien, dan zal ik zeggen wie ge zijt. De hond van een roover is een nijdig dier, die van een dief steelt; de domme boer heeft een hond zonder begrip, maar de beschaafde, wellevende man heeft een vriendelijken, verstandigen hond.

Mevrouw, juffrouw, maak toch asjeblief voort, kijk eens even om, wij moeten allemaal nog mee en 't is al over zessen, roept knorrig een jongmensch, dat een plaats of wat achter haar staat. Nijdig kijkt de juffrouw om en antwoordt: 't Zal nog wel later worden, als 't God blieft.

Als ik wegging, zou hij ons misschien kunnen verliezen en nooit meer terugkomen; als ik bleef, miste ik de gelegenheid om eenige stuivers te verdienen voor een middagmaal. En de behoefte aan dat middagmaal werd hoe langer hoe grooter. De oogen van de honden waren wanhopend op de mijne gevestigd en Joli-Coeur wreef zijn buik en liet nu en dan een nijdig gebrom hooren.

Staat achter, o nijdig geweld van den winter; houdt af uwen vuist, in de botten begint er weer vreugdiger pulsslag en leven te slaan. De boomen ontwekken, zij zidderen, zij beven; zij striemen, dóór 't blauwe geluchte, onbekleed; doch staan ze al bewust schier en blij dat zij leven, lijk machtige reuzen, ten strijde bereed.

't Ging schriller, 't Werd stiller Op 't ijs om hen heen. "Dra komen Die boomen, Dan zijn wij alleen!" Sprak 't kwantjen Die 't handjen Nu vaster nog kneep. Wel wilde zij 't ligten, toch bleef zij op sleep. "Daar achter Geen wachter, Die nijdig bespiedt; Voor kunstjens Uw gunstjens, Dat weigert ge niet!" Met ijlden, Met wijlden Ze op de eenzame plek, En Flip knoopte teeder zijn doek om haar nek.

Neen mijnheer, 't is niet waar. «Si Senor," herhaalde de andere nijdig. De omstanders begonnen zich in den twist te mengen, maar plotseling riep men; «Mire, mire!" En het kibbelend paar zat weêr te kijken met lange halzen naar wat onder hen gebeurde. Kijk, kijk. Links stond de stier met het blanke cadaver der merrie op zijn hoog geheven kop.

Nog eens de luisterende stilte. »Jáááá!" ronkte Douwerus eindelijk. Maar dit was Mietje niet naar den zin. Op dit ja haar geoefend porsteroor hoorde het wel zou hij weer inslapen. En Mietje begon een gesprek met Douwerus. »Ben je er al ui-ui-uit? 't Is mooi weer, hoor!" »Ja!" riep Douwerus, nu kort en nijdig. Juist, zoo moest ze 't hebben. Nu was haar porstershart gerust.

Ik ben vandaag lang in bed gebleven. Wanneer je de wetenschap hebt, dat je nihil bezit, dat het onaangenaam kletsregent, dan is het aan te bevelen om onder de dekens te blijven. Lou was naar de snijkamer. Ik heb iedereen laten bellen, niet kunnend veronderstellen dat de een of ander geld kwam brengen. Een heeft er twee, drie, viermaal gebeld. En nijdig.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek