Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Meermalen heb ik ook zelf een cent of een halve cent bij haar genoten, en nog voel ik den strijd van de drieledige keus: den heeten peer in de hand houden, in den mond, of in de maag. 't Was alles al even erg, en even heerlijk. Zoo'n weldadige hitte in den kilnatten avond. Vies? Dat armoedige vrouwtje, het troebele water, het vuile vorkje, dat op het tafeltje lag in stof en nattigheid? Vies?

Wij gingen eerst den tuin door, waar nog een enkele maandroos bloeide, die er heel goed uitzag, ofschoon Barend beweerde, dat zij het door de nattigheid toch in het hart weg moest hebben, en zagen vervolgens de kassen, waar hij hier en daar een pelargonium, chrysanthemum, en primula sinensis afsneed, zoodat wij op 't laatst nog een vrij aanzienlijken ruiker bijeen hadden, terwijl Barend bij iedere bloem zijn kennis en praatziekte had aan den dag gelegd.

Tegen flinke vorst zou het brandhout uit de bosschen op de bivaks als een probaat middel hebben gediend; maar koud was 't juist niet. 't Regende bijna alle dagen en juist die nattigheid, die den bodem doorweekte, de wegen grondeloos maakte, het transport belemmerde, in één woord op alles storend werkte, was de oorzaak van ziekten, vooral van dysenterie.

Wat was ik blij als ik zoo'n stukje beet had en naar mijn mond had gebracht, maar ik vertrouwde mij niet om er eerst mede naar het sojabakje te gaan en het daar in te dippen, zoo'n lange reis kon ik het niet vasthouden. De nattigheid, die onder in het kommetje was, werd met het lepeltje genuttigd. Dat proces ging beter. Toen kwam het tweede gerecht.

Ketens en knokenpyramiden pasten niet by die huiselyke nattigheid. Een "hol" mag vochtig wezen, o ja, en zelfs is dit een der vereischten van de zaak, maar... aardappelen en turven? O, Lafontaine! O, Radcliffe! En... zyn er gewelven onder de kerk, juffrouw? Dat weet ik niet. Maar ik verpraat m'n tyd. Beloof je me vast en zeker dat je 'n oogje houden zult op pater met al dat geld?

"Ik wenschte daarom wel," vervolgde Tante, "dat Baas Roggeveld of iemand van zijnentwege kon gaan zeggen, dat wij ons allen wel bevinden." "Ik ben bereid er heen te rijden," zeide ik. "Neen! dat wil ik volstrekt niet: gij behoeft u niet op nieuw aan nattigheid en koude bloot te stellen." "Laat dat aan mij over, lieve Tante!

's Nachts zwaar onweder en hevige regen; onze lekke tenten laten ons in den steek en de nattigheid gepaard aan de koude belet ons te slapen. In onze dekens gewikkeld, zitten wij maar te wachten, tot de dag weer aanbreekt.

Nog gleden hare groene blikken, van de vergulde versiersels der zoldering allangs de met dof-geel brokaat behangen muren, lager over het klein marmeren toiletgerief tot op het oranje tapijt met zijn bleek-karmijnen bloemen. Toen vloeide alles saam in een plotselinge nattigheid en ze begon halfluide te snikken.

Maar onder den zijmuur en onder de luchtbrug die zich vaststaaft in een muurgaping overzijdsch, de baan vries-donker moddert, dan roezig van nattigheid komend de schaduw uit, en breekt in weeke licht-schollen weêr en wentelt verguldingen onder 't schijnsel van een straatvlam, om te vallen in een ruige square als in een land dat overstroomde.

Als het twee dagen van de zeven hard waait, en twee andere dagen regent en hagelt dat het een weinig klettert, dan blijven de steelui binnen hunne muren, ook zelfs gedurende de drie dagen van de week, die overblijven, waarop de zon bij tijden door de wolken breekt en allerliefst schijnt over de kwijnende natuur; want zij hebben van 's morgens af dat zij hun bed verlieten, tot twaalf uren toe, een nevel gezien, en weten niet welk mooi weer daar in het najaar gewoonlijk op volgt; en al weten zij dat ook, "zij gaan niet meer uit; zij kunnen niet meer op het weer aan"; zij durven niet zonder, zij willen niet mèt een regenscherm wandelen; hun, toch noodzakelijke, overjas valt hun te zwaar; en honderdmaal op een dag herhalen zij voor elkander de afgesleten opmerking, "dat zulk weer erger is dan een fiksche kou", en dat zij naar een vuurtje zouden verlangen om de nattigheid, en ook stellig stoken zouden, indien het maar November ware.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek