Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
"Ik had Bois-Guilbert voor mijn eigen deel uitverkoren Ivanhoe, was het goed gedaan, dat gij zulk een waagstuk op u naamt, daar gij nog nauwelijks in staat waart in den zadel te blijven?" "De hemel," antwoordde Ivanhoe, "heeft dezen trotschen man tot zijn slachtoffer verkozen, mijn Vorst. Hem moest de eer niet wedervaren, door uw hand te sterven."
Gy-zelf naamt in uw wieg hun wreede kluisters aan, Als woeste Ramanoth van Nob- en Gezerstroomen Zijn Leeuwenspitsers dreef naar Bethurs balsemboomen, En de Ur, met bloed gemengd, de lijken zeewaart joeg, Van daar 't verwoestend heir zijn' groenen zoom besloeg.
Daarom wilde Arthur zijn gedachten wenden van den smaad, die hem was aangedaan. "Waar naamt gij de hoofden, die aan uw zadel zijn?" Forsch antwoordde de jongeling: "Heer! van roovers, die mijn paard wilden stelen. Ik streed met vier hunner, en zij waren onmachtig tegen mij. Wilt gij mij nu behouden als uw raadsman?" Hij zag Keye aan. "Morgenwil ik rij den, en den sluier enden horen halen."
"Te Veurne naamt gij als aanleider een werkelijk deel aan eene samenspanning tot opstand tegen uwen wettigen graaf; in dezen burg hebt gij weken lang den moordenaar en zijne aanhangers verdedigd, en gij zijt meer dan anderen de schuld dat er zooveel kostbaar bloed is moeten vergoten worden, om wraak te nemen over den dood van graaf Karel.
Zeg mij, wist ge dat niet, Beatrice?" "Hoe zou ik het geweten hebben?" antwoorde zij zeer zacht; "ik kon het slechts vermoeden, en als ge mij werkelijk liefhebt, hoe kondet ge dan wenschen dat ik met een ander man zou trouwen? Ik dacht dat ge mijn zwakheid bespeurd hadt en dit middel te baat naamt om mij die te verwijten. O, Geoffrey, wat hebben wij gedaan?
Toen kwaamt gij, en gij zijt natuurlijk wel verplicht de orde te handhaven, gij naamt de vrouw mede, die ongelijk had ... maar wijl ge goed zijt en hebt nagedacht, zegt ge, dat men mij in vrijheid stelle; zeker uit hoofde van mijn kleine, want zes maanden gevangenis zou mij beletten mijn kind te onderhouden. Maar pas op, dat 't niet weêr gebeure, zegt ge.
Later ontmoette ik u herhaaldelijk op het kongres; wij zaten op de stoelenrij tegen den muur en ge spraakt met mij over de dingen die u het meest ter harte gaan: de opvoeding der massa's, het verspreiden van kennis en schoonheid onder de scharen van het volk. Een paar maal naamt ge mijn hand tusschen uw magere, verdorde vingers.
Laat mij alleen weten, dat ge wenscht mij te zien verdwijnen Van de groene aarde, van uit 't levens sferen En ik zal weerzinken in het graf. Gij gaaft me 's levens volheid, Gij gaaft me liefde En gij naamt uw gave terug. O, ik weet het wel! Maar geef mij geen haat in ruil. Ik heb het leven nog lief, o bedenk dat wel! Ik weet, dat ik sterven zal onder den last van uw haat."
DROMIO VAN EPHESUS. Dat dacht ikzelf ook alreê, Want ik word uitgescholden en slagen krijg ik mee, Maar dan zou ik achteruitstaan, en als gij dat bedacht, Dan naamt ge u voor mijn hoeven en de' ezel in acht. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij zwijgt, heer Balthazar, ik hoop nu maar, dat het maal Beantwoordt aan mijnen wensch, dan vindt gij een goed onthaal.
Als gij daar dan gezeten waart en uwe blikken rondom u liet gaan, dan moet uw oog als van zelf zijn gevallen op een oude poort, die daar zoo alleen staat en zich zoo deftig verheft, dat gij op het denkbeeld kwaamt, of zij niet tot andere gebouwen heeft behoord en, wanneer gij de statigheid en den omvang van dit overblijfsel van vroegere jaren in aanmerking naamt, dan kwaamt gij onwillekeurig tot het besluit, dat hier waarschijnlijk een kasteel of zoo iets moet gestaan hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek