United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik vertrouw dat ge my genoeg hebt leeren kennen om te weten dat ik niet meer of minder zeg dan ik meen, en bovendien geef ik u nog ten-overvloede de verzekering dat myn opmerkingen eigenlyk minder U betreffen, dan de school waarin ge tot Indisch ambtenaar gevormd zyt.

Ik wandelde al mymerend by de boorden der Schelde, waer myn aendoeningzieke geest een onverwacht voedsel vond. De duisternis was ondoordringbaer zwart, de wind loeide afgryselyk door het slingerend want der schepen; daer beneden, aen myne voeten, bruischten de golven van den vloed....

Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval geweest is. LINNÆUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker is, dat hy alleen in America gevonden wordt.

De bezoeker moet eerst deugdelyk gerekognosceerd zyn, voor men hem door 't openen van de onderste helft, den toegang vry laat. De zeer letterlyk-exklusieve strekking dezer byzonderheid ligt alzoo voor-de-hand, en wordt duidelyker nog, wanneer men ze in-verband brengt met de tallooze hekjes en afsluitingen die elken voorbyganger schynen toeteroepen: "myn huis, je komt er niet in!"

Hy is uw Baker, Hy is myn Baker, Hy is zyn Baker, Hy is haar Baker, Hy is onze Baker, Hy is ulieder Baker, Hy is hun Baker, Hy is de Baker van ons allen, ja van allen... behalve van die vervloekte Pennewippers en andere verdoolden die van ons verschillen in geloof.

Hy liet my roepen omdat zyn en myn vriend, de kapitein der infanterie Beyerman, by hem gekomen was om van hem en my afscheid te nemen. Ik ging, en vond B. in hoogst ernstige stemming. Geheel onverwacht had hy bevel gekregen naar Pau opterukken: "om me daar te laten vermoorden" zeide hy. Hy is er vermoord, dienzelfden nacht nog.

Maar ik hou zo veel van u, dat ik u dit toch zo eens schryven moest. Groet, uit mynen naam, de brave vrouw, aan wie gy zo gehecht zyt; verzeker haar van myne byzonderste achting. Groet ook myn Vriend Edeling. En als gy Pieternel spreekt, insgelyks: Wel, ouwe Pieternel, denkt die nog aan my? Nu, als ik sterf, krygt zy een Legaatje.

Ik bezoek twintig jaar de beurs, en durf zeggen dat ik geacht ben by myn pilaar. Hoor dus naar myn vermaningen, Frits, en wees braaf, en haal je hoed, en trek je jas aan, en ga mee naar den bidstond, dat zal je goed doen!"

Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts, myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding, konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel, of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht, die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?"

IZABEL. Noch minder. WOUTER. Lees ze reis. IZABEL. Neen, neen; daar schuilt wat achter. WOUTER. ’t Is van myn Heer... IZABEL. Vaar wel. WOUTER. Leander. IZABEL. Spreek wat zachter. ’t Is van myn Heer... WOUTER. Ja wel! ik heb me schier bedaan, Dat jy me hooren, en myn boodschap zoud verstaan. IZABEL. Verschoon me, ging ik in myn drift my wat te buiten. Ei, geef.