United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder luid spotgejuich van de menigte op den wallekant, gleed de schuit heen. De waardin had heel fatsoenlyk plaats genomen in de roef, misschien wel om den edelmoedigen jongeheer in 't oog te houden, schoon men ook zonder deze strategische byzonderheid erkennen moet dat haar middelen zoo'n gedistingeerdheid wel veroorloofden.

Deeze byzonderheid heeft gelegenheid gegeven tot de algemeene misvatting, dat zy aan die boomen groeiende, 'er een gedeelte van zouden uitmaken; maar 'er is niets byzonders in gelegen, dat zy zig zoo wel aan de eene als andere zelfstandigheid vast hechten; want men vindt gemeenlyk verscheiden zoorten van schelpvisschen, die zig aan de kiel der schepen, als aan rotzen, vast houden.

Bekend is de byzonderheid die aan vele, vooral zeeusche en vlaamsche gouspraken eigen is, dat de h, als beginletter van eenig woord of lettergreep, niet uitgesproken wordt.

Waarom was juist die prinses zoo belangwekkend? De loges zaten vol neven en nichten, de een nog meer opgepronkt dan de ander. Welke byzonderheid verhief juist die eene afwezige, in aanspraak op belangstelling tot mededingster van den kleinen zieken Erik? Toen de tooneelspelers het derde bedryf hadden afgealexandrynd, was de zorgvuldige moeder niet langer te houden.

Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt, dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten doen konde.

Den eersten Juny wierden een Capitain, twee Onder-Officiers, een Sergeant, twee Corporaals en agttien soldaaten, naar de Commewyne afgezonden. Ik kan my niet wederhouden alhier eene byzonderheid, betrekkelyk deezen Capitain, te verhaalen.

Daarop volgde die heer zelf, en wien op Java bekend was, zou het als een byzonderheid in 't oog gevallen zyn, dat hy by 't portier wachtte om 't uitstygen gemakkelyk te maken aan een oude javaansche baboe. Een drietal bedienden hadden zichzelf verlost uit het wasleêren kastje, dat achter den wagen was vastgeplakt als een jonge oester op den rug van zyn mama.

Zy woonen grootendeels naar den kant der Spaansche bezittingen, die zy dikwils ontrusten door een geest van wraakzucht over de wreedheden, omtrent de volken van Mexico en Peru, welken de Caraïben als hunne voorvaderen beschouwen, door deeze Europeanen zynde gepleegd geweest; zy hebben een Capitain aan hun hoofd, en verzamelen zig by elkander op het geluid van een zeeschelp; dikwils leveren zy ook slag aan de Indianen uit hunne nabuurschap; maar eene byzonderheid, die schier ongelooflyk schynt, en sterk is tegengesproken geworden, steldt hen beneden alle de andere volken van het vaste Land; zy zyn Cannibalen, of menschen-eeters.

Hy verzekerde z'n buurman die hem daarnaar vroeg, dat de wyn uitstekend was. Maar ... zonderling, hy zei dit op ontevreden toon, en als iemand die 'n onaangename waarheid verkondigt. Met bliksemsnelheid nam ik die byzonderheid aan als opheldering van z'n zuurkyken. De wyn is goed, hy is er boos om. My ziet-i boos aan, dus is hy goed op me ... zóó zal 't wezen! Weer mis!

De tweede is, dat zy aldaar nooit door de watervrees worden aangetast, ik herïnner my ten minsten niet een enkelen dollen hond in deeze Volkplanting gezien te hebben, noch 'er van te hebben hooren spreken; deeze laatste byzonderheid is des te opmerkelyker, om dat deeze verschrikkelyke ziekte, in andere Landstreeken, doorgaans word toegeschreven aan de drukkende hette van de honds-dagen, het geen die benaming genoegzaam aanduidt.