Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 november 2025
"Het is genoeg, Mijnheer!" zeide ik: "gij hebt verstaan, dat Mejuffrouw alleen wenscht te zijn: en gij zult haar verlangen eerbiedigen zoowel als ik: en zoo gij daaraan niet vrijwillig voldoet, zal ik zoo vrij zijn te doen, wat gij aan Monsieur Helding voorstelt."
Even nadat Helmond naar De Schebbelaar was gegaan, heeft men aan mevrouw, ofschoon ze wat te bed lag, een briefje overhandigd, terwijl een knecht op antwoord bleef wachten. Het adres: "Monsieur et Madame Helmond-Armelo", heeft haar recht gegeven om het briefje te openen.
Hij is heraut en onder-secretaris van den Onderkoning." "Ja!" roept het kereltje uit, "ik ben er zoo blij om; als monsieur Oliver komt, krijgen wij altijd duivenpastei. Ik houd zooveel van duivenpastei gij ook?" "Nu, of ik!" lacht Guy, gerustgesteld door het bericht, dat de schilder spoedig terug wordt verwacht.
Dat geschiedde, maar in plaats van nu af te zien van verder pogen, vervolgde monsieur de Renneval met verdubbelden ijver zijn doel, en het gelukte hem, op een uur, dat Hanno buiten was, zijne jonge vrouw te verrassen.
Monsieur Crépieux redeneerde met monsieur Badaud. Ze praatten gelijk welopgevoede lieden doen, als flaneurs die elkaâr ontmoet hebben voor een café op een Parijsche boulevard, heeren.
Dat gaat goed!" zei monsieur en vervolgde: "En zeg de eilanden van Zuid-Holland eens op, George van Laeken!" "Tulpenburg, Voorn in de Putten, Kriekenland," fluisterde Jacques, terwijl hij voor zich keek, maar zoo hard dat ik en de jongen, die aan den anderen kant zat, het best hooren konden. Wij begonnen te lachen, en monsieur meende, dat wij hem voor den gek hielden.
Ik ging school bij monsieur Gozewinus, een oud, braaf man. Wij hielden veel van hem, want hij was goed. Zijn eenig gebrek was, dat hij doof was. Als wij zijn vragen beantwoordden en hij verstond ons niet, dan dacht hij, dat we met opzet zoo zacht spraken en dan gaf hij ons wel eens straf, als wij het niet verdiend hadden.
De wijn-oogst in 't najaar was een tijd van gezelligheid en feesten, in den winter zat Rousseau bij den haard met den pachter en de zijnen, er werden verhalen verteld en oude liedjes gezongen. Alles aan dit landelijke leven verrukte hem. Zij hadden daar buiten een goeden buur, een edelman, Monsieur de Conzié, wat ouder dan hij, dien hij muziekles zou geven.
"Kent gij Monsieur Weerglas?" vroeg Tante, hem naderende: "want ik meen, dat hij het was." "Monsieur Weerglas!" herhaalde Pulver: "ik heb nooit een weerglas gekend dan hetgeen ik aan boord gebruik en gemaakt is door Michiel Blut op den Zeedijk. De waarheid is, dat de man als twee druppelen water gelijkt op mijn Onderstuurman Sander Gerritz, daar ik heden van verteld heb."
"Taisez-vous, docteur, ge zijt weêr dronken." "Ah, moi? par exemple.... 't is waar, ik hou van een glaasje.... en waarom zou ik niet? houdt gij niet weêr van andere dingen, monsieur Crépieux? heeft iedereen niet w
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek