Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


Eindelijk hadden wij haar dan gevonden en met haar mevrouw Milligan en Arthur. Maar wie had gezongen? Dat was de vraag, die wij haar gelijktijdig deden, Mattia zoowel als ik, zoodra wij instaat waren een woord te uiten. Ik, zeide zij. Lize zong! Lize sprak!

Maar Bob zeide dat men dan allereerst weten moest wie die mevrouw Milligan was, of welke betrekking de heer James Milligan bekleedde, daar zeer vele menschen in Londen, en nog meer in Engeland, den naam van Milligan droegen. Daaraan hadden wij niet gedacht. Voor ons was er maar één mevrouw Milligan, de moeder van Arthur, en een mijnheer James Milligan, die de oom was van Arthur.

Ik zal u dan naar Duitschland en naar Engeland brengen. Gij zijt dan ouder en verstandiger geworden. Ik zal u alles leeren en een man van u maken. Dit heb ik mevrouw Milligan beloofd. En die belofte zal ik houden. Juist met het oog op die reizen, zal ik u Engelsch gaan leeren; gij kent nu Fransch en Italiaansch en dat is al veel voor een kind op uw leeftijd; gij zijt nu ook veel sterker.

Toen ik mijn dorp verliet, was Vitalis in mijn oog een mensch zooals alle anderen, want ik was toen nog niet in staat om eenig onderscheid te maken; maar mijn verblijf bij mevrouw Milligan had mij tot op zekere hoogte de oogen geopend en zonderling, wanneer ik Vitalis soms aandachtig gadesloeg, dan scheen het mij toe, alsof hij in zijn houding, zijn manieren en alles eenige overeenkomst had met mevrouw Milligan.

Als de boot stillag en het koud was, bleven wij in het salon, waar een vuurtje werd aangelegd om het vocht en de nachtlucht te verdrijven, die voor een zieke zoo nadeelig zijn. Er werden lampen ontstoken en Arthur werd bij de tafel geschoven; ik ging bij hem zitten en mevrouw Milligan liet ons boeken met platen of photographieën zien.

Hij veranderde toen plotseling van onderwerp en vroeg: Hoe hebt gij die dame leeren kennen, die mij geschreven heeft? Toen vertelde ik hem mijne ontmoeting met De Zwaan en hoe ik sedert dien tijd bij mevrouw Milligan en Arthur geleefd had, wat wij gezien en gedaan hadden.

Terwijl ik met de oogen hare taal volgde, die Mattia niet verstond, zag ik achter in den tuin, op den hoek van eene lommerrijke laan, een wagentje, dat door een knecht werd voortgeduwd: in dat wagentje lag Arthur uitgestrekt, en achter hem ging zijne moeder en..... ik boog mij voorover om beter te zien..... de heer James Milligan.

Niet slechts sprak men ons van De Zwaan, maar ook van mevrouw Milligan, "eene goedhartige engelsche dame" en van Arthur, een knaap, die bijna altijd op een bedje lag, dat op het dek voor hem was gespreid onder een glazen dak met groen en bloemen, maar die nu en dan toch opstond. Arthur werd dus beter. Wij naderden Dreuze; nog twee dagen; nog een; nog maar eenige uren.

Onderdehand keek ik mevrouw Milligan aan; ik zag een glimlach op haar schoon gelaat, en toen meende ik hare oogen vochtig te zien worden, maar daar zij op dat oogenblik zich over haar zoon heenboog en hem teeder met beide armen omhelsde, kon ik niet zien of zij weende.

Maar zooveel te blijder was zij, toen zij hem de fabel hoorde opzeggen, die hij in een half uur van mij geleerd had, en die zij verscheidene dagen lang vruchteloos getracht had hem te doen onthouden. Als ik nu aan de dagen denk op de boot doorgebracht met mevrouw Milligan en Arthur, komen zij mij nog voor de gelukkigste van mijne jeugd te zijn geweest.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek