Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Aldaar. In 't huis van Dissel. Dissel, Schaaf, Spoel, Wind, Tuit en Slokker komen op. DISSEL. Is ons heele gezelschap nu bij mekâar? SPOEL. Je zoudt het best doen, als je ze allen in eens opriept, man voor man, zooals zij op de ceêl staan.
Die deed dit dan ook. Hij legde mijn kameraad de hand op den schouder. "Handel?" vroeg hij. Kreel schudde zich des varkensfokkers hand af. "'k Mot geen biggen", herhaalde hij. "Voor niet te veul", beloofde de ander. Kreel bleef staan; hij krabde zich onder de pet. Hij zweeg. Toen hervatte de fokker: "De zeventien met mekaar, elk een tientje". "'k Mot niet", zei Kreel.
Maar hij was niet gekrenkt en meende dat het haar een vreedzaam geneuchte was daarvan te hooren spreken. Hij noemde 't werk van Hieronymus Bosch een wonder. Hij joeg de beelden achter mekaar, deed waarachtig in 't geluchte varen de mirakelachtige schepsels uit de verbeelding van den schilder geboren. Hij sprak van eene St.
't Gesprek liep wat moeilijk, wat moest je mekaar vertellen, je kende mekaar nog zoo heelemaal niet. Hij had gedacht, dat i wonder wat zeggen zou, dat de woorden zóó maar zouden komen met geweld, zooals de breede Waal jaagt langs de schuitjes van den ponton-steiger bij Nijmegen. En nu spraken ze over z'n betrekking in dat stadje en over hun ouders.
Hij was gedwongen naar hem over te buigen en in zijn oor te schreeuwen. "Als ik mijn toespraak niet houd," zeide hij, "zullen de menschen de boel in mekaar slaan. Als ze losbreken, kunt u ze niet tegenhouden, dat weet u. Dus u moet mij helpen. U houdt den ring vrij en ik zal het publiek tot stilte brengen." Hij ging terug naar het midden van den ring en stak opnieuw zijn handen omhoog.
Als wij van mekaâr houden, zal alles verder zich van zelf wel schikken. Ik zal over alles, wat je gezeid heb, eens op mijn gemak nadenken. Jozef had de Stuwen, met zijn zwak in-éengedoken gangetje, op straat aan zien komen en woû dus een einde aan de diskussie maken. Geef me dan nog een zoen, daar is je vader, zeî hij.
Op 't raampje toestappend, glimlachte hij. "Kennen we mekaar niemeer, Eitje?" Opzittend, moe van gebaar, knikte ze. "Is Juda niet thuis?" "Nee". "En moeder?" "Nee". "Dan wacht 'k effen as 'k mag".
Het waren rustige, doodelijk stille dagen, die gauw achter mekaâr kwamen. En Mathilde maakte de uren, die zij met Jozef moest samen zijn, altijd nog korter. Zij sprak op 't laatst weinig meer van haar dagelijksche vondsten en gedachten.
Ze opende fluks hare oogen, boog zich en joeg seffens gichtig hare woorden achter mekaar: Luister. Ik heb Sebastiaan beleedigd. Ik heb gespot met Sebastiaan. 's Avonds zat ik schuchter nevens u, en over dag lag ik in andermans armen! Goedele! Ze viel neer op haren stoel en bracht hare handen over haar wezen.
Ik zie ze nog vóór me; ze konden bijna niet blijven staan in het gedrang en ze sleepten Fagin bijna mee; ik zie de menschen nog achter mekaar springen en tieren, ze knarsetandden en scholden hem uit; ik zie nog 't bloed op zijn haar en baard en hoor 't geschreeuw, waarmee de vrouwen zich op den hoek van de straat midden in 't gedrang werkten en zwoeren, dat zij 't hart uit zijn lijf zouden scheuren!«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek