United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


En al de deuren ging zij vast doen; en de sleutelen stak zij in heure tassche. Gilline stak heur glas omhoog en sprak: Laat ons drinken, de vogel is gevangen! Bij die rede zeiden twee meidekens, Gena en Greta, tot heur: Gaat gij dien ook al ter dood brengen, wreedaardige beulin? Laat mij gerust, zei Gilline, laat ons drinken! Maar de twee meidekens wilden niet klinken met heur.

Eensklaps zag hij Lamme in eenen hoek zitten, met een tafeltje voor zich, waarop eene keers, eene hesp en een pot bier stonden; hij had het zeer druk om zijne hesp en zijn bier te verdedigen tegen twee meidekens, die met alle geweld met hem wilden eten en drinken. Toen Lamme zijn vriend Uilenspiegel gewaar werd, kwam hij voor hem staan en sprong wel drie voet hoog van blijdschap.

Het waren de keersen van de meidekens. Vervolgens sprak zij tot Uilenspiegel: Men gaat naar den brandstapel met eene vetkeers in de hand; wilt gij er reeds eene hebben? Laat ons drinken! zei Uilenspiegel. Laat ons drinken! zeiden de zeven. Gilline sprak: Evenals die van eenen zwaan, dien de dood nabij is, flikkeren Uilenspiegel's oogen lijk perelen.

Ja, sprak Uilenspiegel. Lamme dronk en ging voort: Andere reizen viel ze vol minne rond mijnen hals en zei: gij zijt schoon! En honderd maal kuste ze mij op de kaken of op 't voorhoofd, maar nooit op den mond. En als ik vroeg waarom, antwoordde zij blozend, dat moeder heur vroeger dikwijls gewaarschuwd had dat dit voor meidekens gevaarlijk is. Ha! zoete oogenblikken, zalige tijd!

Uilenspiegel zei toen: Dat zij eten, die honger hebben, en drinken, die dorst hebben! En serjanten, meidekens, beenhouwers, Gilline en Stevenijne klapten in de handen en trapten met de voeten. Ieder zette zich neer waar hij plaats vond: Uilenspiegel, Lamme en de zeven beenhouwers aan de groote eeretafel, de serjanten en de meidekens aan twee kleine tafelen.

Schande over u, eenden, ganzen en kalkoenen die gij zijt! "Dat moeten schoone predikantjes zijn, daar gij met hoopen luisteren gaat naar de leugenen, die zij uitbraken en daar de meidekens des nachts naar hunne sermoenen trekken, zoodat de stad binnen negen maanden vol kleine geuskens en geuzinnekens zal steken? Zij waren daar gevieren, vier truwanten, die preekten op 't kerkhof.

De dood maait op de brandstapels, op de boomen, die langsheen de groote wegen tot galgen dienen, in de gapende kuilen, in dewelke de arme meidekens levend worden geworpen, in de kerkers der gevangenissen, in de kransen van brandende takkebossen, te midden waarvan de slachtofferen met zacht vuur verbranden, in de gloeiende stroohutten, waarin de veroordeelden sterven door rook en door vuur.

En de kaaien staan vol koopwaren. ... Die rijkdommen der aarde en der menschelijke bedrijvigheid trekken naar dit oord de schoonste meidekens van de wereld. Ik geloof, dat gij weer aan 't droomen zijt, sprak Lamme. Uilenspiegel antwoordde: Onder haar zal ik de Zeven vinden. Er werd mij gezegd: In den dood en in het bloed, In de puinen en de tranen, Vind de Zeven.

Doch de bazinne, tusschen heure twee keersen gezeten, sprak eensklaps met donderende en dreigende stemme: Vrouwen en meidekens, bij alle duivelen uit de helle zweer ik dat, bijaldien gij, door lachen en koozerijen, dien man niet dadelijk tot u krijgt, ik de nachtwacht ga halen en u allen in zijne plaats doe geeselen.

Zij had oogen lijk die van een vrek, zonder glans van min of van vriendschap. Twee lange, puntige tanden staken uit haren mageren mond met zijn dunne, kleurlooze lippen. En een groote roode vlek bemorste hare linkerwang. De meidekens lachten, spotten met haar en zeiden: Lievelinge, lievelinge, geef hem te drinken! Hij zal u kussen en streelen.