Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
En voor de bruid rinkelen de sleebellen hun lied! Knapen en meidekens gaan, reizend met de ster, dragen bonte sjaals, oude soldatemutsen, zingen hun deuntjes van huis tot huis. Worden verwacht alom in de wondernacht roze borelingskens, witte luiers opengestreken, wit als de sneeuw: Kersklokken wijd ik voor allen met chrisma bereid aan je mond!
En als de meidekens van Damme u zagen, zouden allen achter u loopen, om u uw herte te vragen; maar gij moogt het slechts geven aan mij, Hansken". Hij sprak: "Tracht te weten te komen wie de rijksten zijn, haar fortuin is voor u". Toen vertrok hij, na mij verboden te hebben hem te volgen of te vergezelschappen.
En de meidekens proestten van 't lachen, als ze Stevenijne hoorden niezen van gramschap en zagen hoe zij bovenmatige pogingen inspande om de keersen uit te spuwen. Maar te vergeefs, want heur mond was te vol. Uilenspiegel, Lamme en de zeven anderen hielden niet op met zingen op maat: 't Is van te beven den klinkaard!
Doch Uilenspiegel vroeg: Hoe komt het, dat gij in Oogstmaand roept hetgeen de Brabantsche meidekens plegen te roepen in den vooravond van Lentemaand? Omdat zij maar ééne maand hebben die een man geeft, en ik er twaalf heb.
Mijne polsen zijn doorgesneden in de val; ik ben oud en ik bloed, medelijden! Welk schelle kinderstem hoor ik daar het dorp wakker maken? Medelijden! Ik herken uwe stem, ik heb ze vroeger gehoord, sprak Uilenspiegel onstuimig. Gij zijt de vischverkooper, de moordenaar van Klaas, de bloedzuiger der arme meidekens.
De vrouwlieden spraken: Ge moet ons niet bezien met uwe ijskoude oogen; gij zijt een man en geen duivel: wij vreezen u niet. Wreedaardig beest, lafhertiger dan eene kat die de vogeltjes in hun nestje opvreet, dooddet gij de arme meidekens, die niets vroegen dan in braafheid hun liefelijk leven te slijten. Hij betale, hij betale met zacht vuur, met gloeiende tangen, riep Tonia.
Broer Adriaensen, zeide zij, ging door voor een bespraakt predikant; hij stelde den geestelijken en den ongehuwden staat verre boven den anderen, als best geschikt om de geloovigen in het hemelrijk te brengen; zijne welsprekendheid was groot en onstuimig: daardoor bracht hij het verstand op hol van meerdere eerlijke vrouwen, onder dewelke ik telde, en ook van een groot aantal weduwen en meidekens.
De twee schuldigen zijn twee kooplieden van Gent, een magere en een heel dikke, die naar Frankrijk getogen zijn, nadat zij alles aan stukken hebben geslagen bij Stevenijne, dewelke zij medegenomen hebben met heure vier meidekens, voor hun pleizier. Wij hadden ze wel bij den kraag gepakt, doch daar waren zeven beenhouwers in het kot, van de sterksten der stad, die voor de booswichten aantrokken.
Reeds toen ik zeer klein was, ik was leelijk en schraal en onbehendig in alle spelen en lichaamsoefeningen, aanzag een iegelijk mij voor eenen onnoozele, en werd ik dikwijls geslagen. Knapen, noch meidekens hadden medelijden met mij. Jongeling geworden, wilde geenerlei meideken weten van mij, zelfs niet mits betaling. Toen vatte ik wrok en haat op tegen een iegelijk wezen, dat komt van de vrouw.
Zij bleven op den oever staan en zij zagen vrouwen, meidekens en knapen, arm in arm, met bloemen getooid, die malkander teeederlijk in de oogen bezagen en dicht tegen elkander gedrongen gingen. Als Uilenspiegel hen zag, dacht hij aan Nele. En bij die weemoedige herinnering, sprak hij treurig tot Lamme: Lamme, laat ons iets drinken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek