Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
En 't krinklende winklende waterding, met 't zwarte kapoteken aan, het stelde en het rechtte zijne oorkes flink, en 't bleef daar een stondeke staan: „Wij schrijven,” zoo sprak het, „al krinklen af het gene onze Meester, weleer, ons makend en leerend, te schrijven gaf: één lesse, niet min nochte meer; wij schrijven, en kunt gij die lesse toch niet lezen, en zijt gij zoo bot?
Niets verbittert meer een muzikaal gestel dan te hooren, dat het volk, dat altijd bezield is met een ongezonde begeerte om een vreugdevol geraas te maken, zich meester maakt van een werkelijk schoone wijs en haar later totaal ongenietbaar maakt voor fijne ooren.
En schoon mijn vloeken, gelijk vlok bij vlok De sneeuw op onbegroeide kruinen valt, Dalen door zwevende atmosfeer en kleven Aan haar, schoon ze in het duister van mijn toorn Stijgt op des levens rotsen stap na stap, Gelijk het ijs den ongeschoeiden voet Haar wondend, tòch blijft zij de ellende meester, Strevend, niet onderdrukt; maar weldra valt zij.
De ganse stad heb ik afgelopen en nergens kon ik u aantreffen; maar gij weet niet wat er gaande is en wat tijding ik u breng?" "Wel, wat weet gij dan, Meester Breydel?" vroeg Deconinck met ongeduld. "Bezie mij toch zo stijf niet met uw grijs oog, Deken van de wolwevers!" riep Jan Breydel. "Want gij weet wel dat ik van uw kattenblik niet bang ben, maar dat is hetzelfde.
En dat was niet genoeg voor zulk een toestel. Zou hij mij dan ook niet in hechtenis nemen? Als mijn meester en ik beiden in de gevangenis waren, wat zou er dan van de honden en van Joli-Coeur worden!
Met andere woorden, hij duidde hiermede aan, dat niemand twee meesters kan dienen, en de eenige meester, dien hij waardig achtte gediend en aanbeden te worden, was Buddha zelf. Eindelijk was Hojo Tokiyori verplicht hem voor den tijd van dertig jaar naar Ito te verbannen. Hij ontsnapte echter en hernieuwde zijn heftige aanvallen op de andere secten.
Het dorp Retranchement, of eigenlijk: "Retranchement Cadsandria", door het spraakgebruik tot "Trezjement" verbasterd, dankt zijn naam aan de versterkingen, door Prins Maurits aangelegd, om meester te blijven van den zeearm het Zwin.
Ongelukkig waren de stukken niet heel groot en voor mij was de teleurstelling nog sterker, want mijne verwachting, dat wij al het brood zouden krijgen, werd niet verwezenlijkt; mijn meester gaf ons niet meer dan de helft. Ik ken hier den weg niet, zeide hij in antwoord op den vragenden blik, waarmede ik hem aanzag, en ik weet niet of wij vóór Troyes nog wel eene herberg zullen voorbijkomen.
Om tot mijn doel te geraken, hield ik mij of ik Eufrasia diende. Ik maakte haar wijs, dat ik onophoudelijk tegen mijn meester over haar sprak en verzon daarover allerlei fabeltjes, die zij voor goede munt opnam. Zij geloofde mij onvoorwaardelijk.
Het wordt er het Aardsch Paradijs ge-eeten." "Oo!" riep Rozeke, die met de grootste belangstelling luisterde. En zij waagde de vraag die haar boven alles interesseerde: "En hoever es dan wel van hier, miester?" "Hoeverre?... hoeverre? Laat ne keer zien ... zeker wel vier a vijf onderd uren!" "Hoo!" zuchtte Rozeke, de handen in elkaar geslagen. "Ja, stellig," verzekerde de meester.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek