Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 mei 2025


Eens op een nacht, toen er weder zwaar in het knoesterig eikenhout gewerkt werd, werd het mij op eens, alsof ik uit de duisternis in het licht kwam. Ik greep om mij heen. Waar was ik? Ik lag in bed, de nachtlamp brandde flauw, en in den grooten opgevulden leuningstoel lag mijn oom Matthijs inderdaad, tot aan zijn neus in mijn groene deken en snorkte allervreeselijkst. "Oom Matthijs!" riep ik.

Aan mijn voeteneinde, daar zaagden twee, steeds afwisselend, hout: de een zaagde altijd kleine dunne stukjes voor een koffie-vuurtje, en de ander verwerkte knoesterig eikenhout; en als het hout voor het koffie-vuurtje gezaagd werd, dan danste de nachtmuts van vrouw Bütow voor mijne oogen op en neêr, altijd op en neêr; en als in het knoesterig eikenhout gewerkt werd, dan schemerde het mij voor de oogen, alsof een groote schoone aardbezie in een groen boschje stond, en als ik scherper toekeek, dan was het de roode neus van mijn oom Matthijs, die boven mijn groene deken uit kwam kijken.

Wat hebt ge toch met den schoenmaker Linsener te maken? De man doet u immers niets." "Oom," zeide ik, toen hij zich weder ter deeg legde, om weder aan 't zagen te gaan, "is het waar; of heb ik het gedroomd? Hebben wij oude vrijers geen deel aan de kerstvreugde?" "Gekkepraat!" zeide oom Matthijs. "Leg stil!" "Ik ben zeker erg ziek geweest?" vroeg ik.

Zoo waren daar Matthijs Pretorius, Nathan, James Hilton, Hannibal Pantalucci, Friedel, Thomas Staal en vijftig anderen. Zelfs de dieren van de hoeve: de ossen, de honden, maar vooral de struisvogels van miss Watkins trachtten hun deel van het feest te krijgen en kwamen om de kliekjes en den afval bedelen.

Hannibal Pantalucci nam de voorzorg, om zijne akelige scherts te doen slagen, door zich zoodanig voor de vensters van Matthijs Pretorius te plaatsen, dat deze hem zien moest, terwijl hij daarenboven steeds een paar vrienden medenam om van die grap te genieten.

En bij al deze kwelling zette dat oude goedhartige meubel bij haren stijfselpot nog zulk een meêwarig gezicht, dat ik wel moest toehappen, of ik wilde of niet. Ieder ding heeft een end, en eene worst heeft er twee. Ik kon het bed weêr verlaten en zat toen uren lang met mijn oom Matthijs te zamen, en keuvelde wat met hem.

Die Matthijs Pretorius had ook, hoewel hij te nauwernood veertig jaren oud was, langen tijd in het uitgestrekte bekken der Oranje-rivier rondgezworven, alvorens hij zich in deze streek neergezet had. Maar dat zwervend leven had voor hem hetzelfde gevolg niet gehad als voor den ouden Jacobus Vandergaart. Hij was er namelijk niet door vermagerd en ook niet door verbitterd.

Of ook deelde men hem mede, dat een dolle hond bespeurd was op den weg van Driefontein, waardoor de arme Matthijs Pretorius, die langs den weg naar huis terug moest keeren, duizend en meer redenen en uitvluchten vond om in het kamp te blijven toeven.

Er was nog een andere buurman in het kamp, bij wien Cyprianus ook bij gelegenheid gaarne een praatje ging maken, omdat hij er het leven der Boeren in al zijne oorspronkelijkheid terugvond. Die bevoorrechte was een pachter, die Matthijs Pretorius heette en bij al de mijnwerkers van geheel Grikwaland goed bekend was.

En, werkelijk, nog dien zelfden avond voerde de boeier van Reael hem en De Wael, benevens zekeren bontverkooper, Matthijs Janszoon genaamd, en Kromhout met zijne vrouw en veertienjarig dochtertje het IJ uit. Den tweeden Mei kwam het gezelschap te Medemblik; doch zich daar niet veilig achtende, trok het met een karveelschip naar Wieringen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek