Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Doch van Krugersdorp kwam niemand. De zon brandde met gloeiende stralen boven Waterfontein, en toch kon tante Martje het in huis niet uithouden. Haar hart werd geslingerd en beefde als een riethalm, wanneer er de wind over heen gaat.

Het begint te onweeren, en ik zie geen onweerswolken!" Er volgde nog een slag en nog één, harder dan zoo even, en deze slagen schenen bij Frits een even plotselinge als wonderbare verandering te veroorzaken. Zijn wangen begonnen te gloeien, en zijn oogen stonden star in de richting, van waar de slagen kwamen. »Begrijpt gij het, Frits?" vraagde tante Martje.

»Blijf hier," zeide Lucie, »om ons te beschermen!" doch Frits Jansen schudde het hoofd. »Een overwinning op Jameson is de beste bescherming," zeide hij, »maar die overwinning moet volkomen zijn en vernietigend!" Hij keek naar de klok. »Hoe lang zult ge hier vertoeven?" vraagde tante Martje, die wel begreep, dat haar kind niet zou blijven.

»Martje," riep hij, »Martje!" doch hij kreeg geen antwoord. Hij zocht het kamertje al tastende af, want zien was onmogelijk. Daar greep hij een bundel kleeren, en daarnaast de kleeren in den arm lag zijn bewustelooze vrouw. Baas Jansen had wel een juichkreet kunnen slaken, want hij voelde het kloppen van haar hart. Snel nam hij haar op, om van deze gevaarlijke plek te komen.

»Haalt de ossenwagens uit de schuren, en rijdt ze op het open veld!" beval Jansen aan de Kaffers, terwijl hij hen voorbijsnelde, terug naar het voorhuis. Zijn vrouw kwam hem reeds tegen, met eenig huisraad in haar handen. »Zijn onze kinderen in veiligheid?" vraagde Jansen. Tante Martje knikte bevestigend. »En het meesterke?" »Ja," zeide zij.

Tante Martje, de stille goeie ziel, had het reeds sedert verleden jaar zien aankomen; het had haar al tranen en zuchten gekost. Laat in den namiddag van den volgenden dag, van het veld huiswaarts keerende, ontmoette Frits drie van zijns vaders Kaffers, bezig, om de beesten aan een beek te drenken.

In den regel was er met zoo'n reis, heen en terug, een week gemoeid, en daarom was er geen denken aan, de kerk geregeld te bezoeken. De familie Jansen had intusschen in het meesterke een uitstekenden voorlezer, want hij las natuurlijk, duidelijk en met gevoel, en tante Martje, Jansen's huisvrouw, die weinig zeide, placht, toch wel eens tot haar man te zeggen: »Dat meesterke, dat meesterke!

Zal eeuwig u behoeden!" Doch Frits Jansen hief zijne stem op en weende. De jonge ruiter zat in het zaâl, en reikte moeder en zusters voor den laatsten keer de hand ten afscheid. Een schaar duiven streek neer op het dak, en wijd, wijd uit de verte kwam een doffe slag als het rommelen van den donder. Verwonderd keek tante Martje naar de lucht en zeide: »Hoe vreemd!

Jakob was een Kaffer, sedert eenige weken bij Jansen in dienst en afkomstig uit Rhodesia. »Mijn man zal op mijn verzoek Jakob wel afstaan," meende tante Martje, »maar ik verwonder me, dat ge die reis aandurft." Het meesterke sloeg de zachte weemoedige oogen op tot de vrouw des huizes. »Ik doe het uit dankbaarheid en liefde," zeide hij eenvoudig.

Het meesterke had rust genomen, want hij was dood op van de lange reis, doch na eenige uren verkwikkenden slaap was hij weer opgestaan en zeide tot moeder Jansen: »Tante Martje, ik ga met Eliëzer naar het slagveld." »Gij?" vraagde tante Martje vol verwondering; »gij zijt te bang, om een geweer af te schieten, en wilt gij naar het slagveld?" »Ja," zeide hij kalm, »ik ga."

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek