Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Hij stond op, nam een waardige houding aan, en begon: "Toen de geheele aarde nog aan de zonen van den grooten Manitou toebehoorde, en er bij ons nog geen bleekgezichten waren, toen...." "Toen hebt gij redevoeringen kunnen houden, zoo lang gij maar wildet," viel Old Shatterhand hem in de rede. "Maar de bleekgezichten drukken zich liefst kort uit, en dat zullen wij nu ook doen."
Zooals de zaken stonden, moest hij allereerst trachten, den Indianen, in weerwil van hun groote overmacht, vrees aan te jagen; en daartoe was die karabijn het beste middel. Hij wist welke en hoeveel legenden over dat wapen onder de Roodhuiden in omloop waren. Zij hielden het voor een toover-geweer, dat de groote Manitou aan den jager gegeven had, om hem onverwinnelijk te maken.
Hij had met zijn proefje van krachtvertoon den blanke bang willen maken, en hij hield zich overtuigd, dat hem dit gelukt was. Daarom zei hij op een toon van gemoedelijkheid: "Gij ziet wat gij te wachten hebt. De bleekgezichten zijn gewoon te bidden, als zij een wissen dood voor oogen hebben. Ik vergun u, u tot uw Manitou te wenden eer de strijd begint."
"En hebt gij hem ook gezegd, dat gij u hier verbergen wildet?" "Ja." "Waarom heeft hij dan den moordenaar, toen die naar u vroeg, oostwaarts naar de boerderij gewezen?" "Om hem van den weg af te brengen." "Dus heeft hij u willen redden, en heeft zich een trouw kameraad getoond. Zijt gij zijner waardig geweest? Alleen de groote Manitou weet alles; mijn oog kan niet in uw binnenste doordringen.
De goede Manitou moet u zeer liefgehad hebben, dat hij uw wond heeft laten heelen, want die was veel erger, dan ik u heb durven zeggen, om u niet ongerust te maken. Ga zitten, en vertel mij eens hoe het u verder gegaan is tot op den dag van heden."
De Indianen zaten in eenen kring rondom hem en zongen in koor een smeekgebed aan den grooten Manitou, hun oppersten god, terwijl de geestenbezweerder al zijne kunsten in het werk stelde om den boozen geest, die in het lichaam van den lijder gevaren was, daaruit te verjagen.
Moesten niet de vier anderen gemarteld en vermoord worden? Wij zullen naar de wigwams der Osagen rijden, om vele krijgslieden te halen. En dan zullen wij het spoor van die bleekgezichten volgen, om zoo velen hunner het licht uit te blazen als Manitou in onze handen overlevert." "In welke richting grazen nu de kudden der Osagen?" "Naar het Westen heen."
"Gijlieden zijt van morgen aan mijn krijgslieden ontkomen," zei de hoofdman op zeer strengen toon. "Maar de groote Manitou heeft u nu in mijn handen gegeven; en voor de moorden, die gij gepleegd hebt, zult gij aan den martelpaal huilen en kermen, zoo luid, dat alle bleekgezichten in het gebergte het hooren." De twee verstonden ieder woord van den Roodhuid, want hij sprak tamelijk goed Engelsch.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek