Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Toen de Majoorske afscheid van haar huis genomen had, ging ze naar buiten op de plaats, waar het volk haar wachtte en de strijd om den kavaliersvleugel begon. De Majoorske stelt al het volk op rondom het hooge smalle gebouw, waaraan het bovenste gedeelte de beruchte woning der kavaliers is.

Er vallen meer krijgers op de vlucht dan in den slag. De Majoorske was niet bijzonder boos op de kavaliers. Had zij er nog de macht voor gehad, dan had zij ze met een roede afgestraft als ondeugende jongens en hen dan weer in genade aangenomen. Maar ze was bekommerd voor haar geliefd tehuis, dat aan de kavaliers was overgelaten en door hen verzorgd werd zooals de wolf het schaap verzorgt.

Zij stond zwijgend neer te zien op dat hoopje menschelijke ellende daar vóor haar, op die roode, gezwollen handen, die vermagerde gestalte en dat prachtige hoofd, dat, hoe vervallen en verwaarloosd ook, nog een woeste schoonheid vertoonde. "Je bent immers Gösta Berling, de gekke dominé?" vroeg zij. De bedelaar bleef onbeweeglijk zitten. "Ik ben de Majoorske van Ekeby."

Aan de groote tafel geniet men het leven; dáár stralen de mooie oogen van Marianne Sinclaire, daar klinkt de vroolijke lach van gravin Dohna. Maar bij de kavaliers is het stil. Was het toch niet billijk, dat zij, die aan den Booze verkocht zijn, ter wille van de Majoorske, met de andere gasten aan één tafel zaten? Wat is dat toch voor een schandaal, die tafel daar bij de kachel!

Zoodra zij bij de dansenden terugkomen, gaat de jonge gravin regelrecht naar Gösta Berling toe. "Ik moet u de groete van de Majoorske doen, Mijnheer Berling," zegt zij. "Zij verwacht, dat u haar uit de gevangenis helpen zult." "Dan zal zij lang moeten wachten, mevrouw de gravin." "Och, help haar toch, mijnheer Berling." Gösta ziet somber voor zich. "Neen," zegt hij; "waarom zou ik haar helpen?

"Hi, hi! kijk eens hier," roept de zwarte, "hij merkt niet eens hoe ver hij al gekomen is, en toch is hij al zeven jaar op Ekeby geweest." "Och! praatjes, oude! Ik heb je immers zelf daar in den oven gestopt." "Alsof dat er wat toe deed! alsof ik daarom niet even goed een duivel kan zijn. Ja, ja Gösta Berling, je hebt praats genoeg. Je bent al mooi onder den invloed van Majoorske."

't Eenige wat hem bezorgd maakte was, dat hij aan de Majoorske beloofd had niet te sterven, zoolang de dochter van den predikant van Broby op Ekeby diende. Maar Sintram zei, dat ze nu niet meer als een dienstmeisje kon beschouwd worden, nu ze haar vaders schatten geërfd had.

Maar zij bleven dralen. Toen wendde de Majoorske zich tot Marianne. "Ik weet, dat je liefhebt," zeide ze. "Je handelt in waanzin, door liefde gedreven. 'k Hoop, dat nooit de dag voor je komt, dat je machteloos moet aanzien, dat je huis vernield wordt. Wees altijd meester over je hand en je tong, als je ziel vol toorn is!

O, die heks! "Weg met jou," gaat de Majoor voort. "Bedel je brood langs den weg. Je zult niet langer pleizier van zijn geld hebben; je zult op zijn goed niet wonen; nu hebben we afgerekend met de Majoorske op Ekeby. Als je ooit weer je voet in mijn huis zet, sla ik je dood." "Wil je mij uit mijn huis jagen?" "Je hebt geen huis. Ekeby behoort mij!" Nu ontzinkt der Majoorske de moed.

Ik zou nut genoeg gedaan hebben, als ik een paar appelboomen bij elk huis geplant had, als ik den speelman een paar melodieën van oude meesters geleerd had, en als de kinderen van den koewachter een paar mooie liedjes kenden om in 't bosch te zingen. De Majoorske mag me gerust gelooven; ik ben dezelfde gekke Gösta Berling van vroeger.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek