Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Maar die geliefden, allen sâamverbonden, Bezitten niet, wat ik in ú aanschouw, Die meer bekoort, dan zij tezamen konden. Dat ik mijn hoofd mocht aan uw boezem vlijen, En zalig zijn als een onschuldig kind, En duizendmaal met blijden blik belijden, Dat gij, Mathilde, mij bezielt, bezint; Gij wilt mij, u te minnen, niet verbieden: Ik bedel ú niet om uw wedermin, Schutsengel!
O, die heks! "Weg met jou," gaat de Majoor voort. "Bedel je brood langs den weg. Je zult niet langer pleizier van zijn geld hebben; je zult op zijn goed niet wonen; nu hebben we afgerekend met de Majoorske op Ekeby. Als je ooit weer je voet in mijn huis zet, sla ik je dood." "Wil je mij uit mijn huis jagen?" "Je hebt geen huis. Ekeby behoort mij!" Nu ontzinkt der Majoorske de moed.
Vroeger rijke edellieden, wonende op hun kasteelen te midden van de voor hen arbeidende bevolking, werden tot den bedelstaf gebracht; de haveloos geworden bewoners vormden, door nood gedrongen, bedel- en rooversbenden, die het land onveilig maakten. Toen de elementen tot rust gekomen waren, zag men, dat de Merwede een nieuwen arm gevormd had.
Ik bedel om de liefde, die het leven mij onthouden heeft. En ik vind het leven zoo moeilijk, o, zoo moeilijk!" Onwillekeurig legde zij haar hoofd tegen de borst van de zieke en sloeg de armen om haar hals. Het was, of zij op eens al de teederheid geven wilde, die zij gedurende zoovele jaren had opgespaard. De zieke begreep, dat zij troosten moest en streelde zachtjes haar wang.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek