Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Eindelijk hadden zij zijn gerustheid gedeeld, of hielden zich althans zoo. Slechts Magloire was nu en dan beangst. Wat de bisschop dacht, kon men aangeduid vinden in deze regels, door hem op den rand van een bijbelblad geschreven: "Het onderscheid is, dat de deur van een geneesheer nooit gesloten mag zijn, en die van een priester altijd open moet wezen."
Nu waagde het mejuffrouw Baptistine, die Magloire welgevallig wilde zijn, zonder haar broeder te mishagen, bedeesd te vragen: "Hoort ge, lieve broeder, wat Magloire zegt?" "Ik heb er iets van gehoord," antwoordde de bisschop.
Toen de arme oude vrouw Gerbaud vertrokken was, dankte mijn broeder, en zich daarna tot den man wendende zeide hij: ge hebt er zeker groote behoefte aan, naar bed te gaan. Magloire nam schielijk de tafel af. Ik begreep dat wij ons moesten verwijderen om den reiziger naar bed te laten gaan, en wij gingen beiden naar boven.
Wilt gij mij ontvangen? Is dit een herberg? Wilt ge mij te eten en een nachtverblijf geven? hebt ge een stal?" "Magloire," zei de bisschop, "leg schoone lakens op het bed in de alkoof." Wij hebben reeds gezegd van welken aard de gehoorzaamheid der beide vrouwen was. Magloire ging om het bevel te volvoeren. De bisschop zeide nu tot den man: "Ga zitten, mijn vriend, en warm u.
Hij draaide zijn stoel ten halve om, legde zijn beide handen op de knieën, en zijn goedhartig, vriendelijk gelaat, dat door het vuur beschenen werd, naar de oude dienstmaagd keerende vroeg hij: "Nu, wat is er? wat is er? Worden wij door eenig groot gevaar bedreigd?" Toen verhaalde Magloire haar geheele geschiedenis, onwillekeurig met eenige overdrijving.
Magloire begreep de aanmerking, verwijderde zich zonder een woord te zeggen, en een oogenblik later blonk het door den bisschop verlangde zilverwerk voor ieder der drie dischgenooten op het tafellaken.
Dit was de eenige weelde, welke de bisschop zich veroorloofde, zeggende, dat dit den armen niets onthield. 't Moet echter gezegd worden, dat hem, van hetgeen hij vroeger bezeten had, nog zes zilveren lepels en vorken en een soeplepel overgebleven waren, welke Magloire dagelijks met ware vreugde op het groote witte tafellaken zag prijken.
Bij gelegenheid dat Magloire de schilderij van den wand had genomen om ze af te stoffen, had de bisschop deze bijzonderheid geschreven gevonden, met bleeken inkt, op een stukje papier, dat van ouderdom geel geworden en met vier ouwels achter het portret van den abt van Grand-Champs geplakt was.
Het gebeurde dan ook eens, dat een achtenswaardig geestelijke ik weet niet of 't de pastoor van Couloubroux of die van Pompierry was hem op zekeren dag, waarschijnlijk op aansporing van Magloire vroeg, of Monseigneur wel zeker was niet eenigszins onvoorzichtig te handelen, door dag en nacht zijn deur voor ieder, die wilde binnengaan, open te laten, en of hij niet vreesde, dat in een zoo slecht bewaakt huis eens een ongeluk zou gebeuren.
Zooals men in het voorafgaande heeft kunnen opmerken, was de woning zoodanig ingericht dat men, om in de bidkamer waar de alkoof was te komen, de slaapkamer van den bisschop moest doorgaan. Juist toen hij door die kamer ging, sloot Magloire het zilverwerk in het kastje naast het bed. Dit was het laatste, wat zij iederen avond verrichtte, vóór zij naar bed ging.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek