Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Vóór het venster hing een ouderwetsch gordijn van grove wollen stof, welke zoo versleten was, dat Magloire, ten einde de kosten van een nieuw gordijn te vermijden, verplicht was, een grooten naad in het midden te maken, welke naad een kruis vormde. De bisschop maakte dikwerf de opmerking, dat dit zeer goed stond.

Terwijl hij at, maakte hij welgemoed aan zijn zuster, die niets zeide, en aan Magloire, die zacht bromde, de opmerking, dat men volstrekt geen lepel of vork, zelfs geen houten, noodig heeft, om een stuk brood in een kom melk te doopen. "Heeft men 't ook ooit gehoord?" prevelde Magloire binnensmonds, heen en weer gaande, "zulk een mensch in huis te nemen! hem naast zich te laten slapen!

Mijn broeder heeft het gekocht toen hij in Duitschland was, te Tottlingen, nabij de bronnen van den Donau, zooals ook het mesje met ivoren hecht, waarvan ik mij aan tafel bedien. "Magloire kwam spoedig terug, en wij deden ons gebed in de zaal waar het linnen wordt gedroogd, waarna wij elk naar onze kamer gingen, zonder een woord te spreken."

Al de kamers van het huis waren zonder uitzondering, zoowel beneden als op de eerste verdieping, zooals in kazernen en hospitalen, met kalk gewit. In de laatste jaren echter vond Magloire zooals men verder zal vernemen, schilderingen onder het met kalk bestreken papier in de kamer van mejuffrouw Baptistine.

"Er is niets in," zeide zij. "En 't zilverwerk?" "O! bedoelt gij het zilver?" hernam de bisschop. "Waar dat is, weet ik niet." "Goede God! 't is gestolen; de man van gisterenavond heeft het gestolen." Met haar gewone drift en voortvarendheid, liep de oude Magloire naar de bidkamer; ging in de alkoof en keerde tot den bisschop terug.

De tuin, die door de vermelde bijgebouwen ontsierd was, had vier paden, die bij een put elkander kruisten; een ander pad liep rondom den tuin, langs den witten muur, die hem insloot. Deze paden verdeelden den tuin in vier met palm omzoomde bedden. Op drie ervan verbouwde Magloire groenten; het vierde was door den bisschop met bloemen beplant; hier en daar stonden enkele vruchtboomen.

"Zie," riep zij, "daar is hij over den muur geklommen, en in de straat Cochefilet gesprongen. 't Is afschuwelijk! Hij heeft ons zilverwerk gestolen!" De bisschop zweeg een oogenblik, toen zag hij ernstig op en zeide zachtmoedig tot Magloire: "Maar behoorde ons dit zilver wel?" Magloire wist niet wat te zeggen.

Wanneer hij iemand ten eten had, stak Magloire de beide waskaarsen aan en zette de twee kandelaars op de tafel. In de kamer van den bisschop stond, aan het hoofdeneinde van zijn bed, een kastje, waarin Magloire 's avonds de zes zilveren vorken en lepels en den grooten soeplepel wegsloot. De sleutel bleef evenwel steeds in 't slot steken.

Hij schikte zich naar de bevatting der beide oude vrouwen, die haar leven bij hem doorbrachten; wanneer hij lachte, was 't de hartelijke lach van den knaap. Magloire noemde hem gaarne Uwe Hoogheid. Op zekeren dag stond hij op van zijn stoel en ging naar zijn bibliotheek een boek halen. Dat boek stond op eene der hoogste planken. Daar de bisschop klein van gestalte was, kon hij er niet bij.

"Magloire," zeide hij, "breng mij een stoel, mijn grootheid reikt niet tot aan deze plank." Een zijner verre verwanten, mevrouw de gravin de , liet zelden een gelegenheid voorbijgaan zonder in zijn tegenwoordigheid op te sommen, wat zij "de vooruitzichten" van haar drie zonen noemde. Zij had verscheiden zeer oude bloedverwanten, van welke haar zoons natuurlijk de erfgenamen werden.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek