Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Van de Stad gaat men over eene fraaije steenen brug naar de voorstad Saint Laurent, aan den anderen kant van de Saone. Die brug is aan beide zijden versierd met vier Piramiden, welken dienen, zoo ik meen, om 'er lantaarns tusschen te hangen. De voorstad Saint Laurent is een eiland, rondom door de Saone bespoeld.
En om nu nog de getuigenis van een Nederlandsch taalkundige aan te halen: Prof. Woltjer sprak zich in eene onlangs gehouden rede over de vraag: "Is denken zonder woorden mogelijk?" aldus uit: "Ik meen echter, dat het antwoord zeer beslist moet luiden: denken zonder woorden is mogelijk, geschiedt zelfs door ieder mensch iederen dag."
"Ja," zei Elsje, bij de gedachte aan mevrouw d'Ablong weer onrustig wordend, "en ik kom u nu maar heel even bedanken dat u zoo goed en vriendelijk voor me geweest bent, toen op dien akeligen avond. Ik .... ik vergeet dat bepaald nooit, maar nu moet ik weer weg." "Weer weg! Nu al! En je bent er net! Kom, dat meen je niet en Evert heeft al zoo lang naar je verlangd."
Bij den tucutuco, die, naar ik meen, nooit aan de oppervlakte van den grond komt, is het oog wel iets grooter, maar dikwijls blind en nutteloos, al schijnt dit het dier volstrekt niet te hinderen. Zonder twijfel zou Lamarck gezegd hebben, dat de tucutuco nu in den toestand van den Aspalax en Proteus overgaat.
Maar uit mijn intuïtieve rangschikking van "het kindje" en "het huisgezin" blijkt reeds, dat die uitbundige begroeting vaak bedenkelijk kan zijn, vooral voor het nakomertje. Van mijn idee uitgaande, dat bijna elk kind tot een normaal maatschappelijk mensch kan opgevoed worden in het juiste milieu, zoo meen ik het "nakomertje" even in bescherming te moeten nemen.
Bij haar werd droefenis en lijden logen; Mijn mond moet dus bekennen, wat ik meen: ’t Is, dat ik mij, toen me oog en lach bewogen, Als een, die doet, hetgeen hij doen moet, scheen. Zij, in wier harten ’t haten zich verhief, Zij zeggen, dat zij haten .... zoo ze oprecht zijn; Zou ik mijn liefde haar dan niet belijden?
En denk er aan, dat die geest van den ouden ridder heel bleek moet zien. Stoffel heeft het gezegd... omdat het 'n geest is, weetje. Ja, moeder. Ik zal 'm heelemaal wit maken. Goed. En als je nu eens die dame daar in 't geel zette? De moeder wees met 'n breipen op Ophelia. Neen, o neen, riep Wouter snel. Ze was in 't blauw! Ze was? Wie was? Ik meen maar, moeder, dat ik al zoo veel gelen heb.
Met zeer veel belangstelling ook volgden wij de levensschets van "Njai Magdalenah". Reeds meer hebben wij van die vrome, godvruchtige vrouw gelezen; het laatst, meen ik, in de Hollandsche Revue. 't Is toch zoo jammer, dat Mapane zoo ver en zoo moeilijk te bereiken is. Wat zouden wij 't anders verrukkelijk vinden, om bij u te komen!
Natuurlijk, die kleinen moeten gevoed, gekleed, gewarmd, gehuisvest worden. Ach, dat spreekt immers vanzelf. Maar meen niet, dat ze zoo bar lijden onder wat kou en wat gebrek. En dit zeg ik niet uit meedoogenlooze hardheid, maar uit ervaring. 'k Heb zelf de armoede doorgemaakt, de fatsoenlijke armoede, waarbij er echter ook een aanzienlijk tekort was in de eerste levensbehoeften.
"Ik had je gaarne iets meegebracht, maar dat koopen op reis was mij te omslachtig; als je dus ergens bijzonder op gesteld bent, zeg het dan maar, en ik zal zien." "Hé papa...." sprak de zoon weer: "dat is overheerlijk! Ik weet wel.... Ik zou wel.... maar...." "Niet zoo langdradig," zei de vader: "Wat meen je?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek